drijven. Die stoutheid kwani hun echter duur te staan; een goed onderhouden en bijna a bout portant aangebracht rottenvuur on zer soldaten deed tnenigen padrie in het zand bijten en de anderen terug trekken. Hierdoor kreeg de luitenant Van der Hart nu wel ruimere han den, waarvan hij dan ook gebruik maakte om ingevolge den beko men last de kampong in brand te steken, doch toeu hij voor een groot gedeelte daarmede gereed was, zag hij den vijand zich weder verzamelen. Dit kon naar alle waarschijnlijkheid geen ander doel hebben, dan hem den terugtocht af te snijdenen alzoo gelegenheid te bekomen tot het nemen van bloedige wraak. Dat gevaar mocht niet worden afgewacht en toen dus een groot gedeelte van de kampong aan de vlammen was overgegeven, trok de luitenant Van der Hart met zijne manschappen behendig terug. Of schoon door een aantal padriesche voorvechters tot op 400 passen van het bivouac gevolgd wordende, werd geen enkel schot op hen gelost, en alzoo het bivouac zonder stoornis of verlies in den avond weder bereikt. Den 29en moest de kapitein De Quay naar Boea terug tot het doen van verdere onderhandelingen, hij nam met zich mede de 2e en een gedeelte der 4e kompagnie jagers, welke daartoe den vorigen avond van Batoe Boelat waren aangekomen; maar dewijl hij voornemens was, om onder weg de kampong Loeboedjanten geheel te vernie len en den daarin nog schuilenden vijand uit een te drijven, werd hiertoe nog medegenomen 60 man van de le en 30 man van de 5e kompagnie, onder aanvoering van den kapitein Veltman. Met eene vereenigde macht van 220 man en eenige maleische hulptroepen werd de marsch aangevangen doch toen de grens van Lintou en Boea was bereikt, werden drie kolonnen geformeerd; de kapitein De Quay zou met de 2° kompagnie en 25 man van de 4e in het midden, de kapitein Veltman met 60 man van zijne kompagnie (de le) op de rechter en de luitenant Van der Hart, met 30 boeginee- sche jagers (5° kompagnie) en 17 man van de 4e kompagnie, op de linkerzijde van de kampong ageeren. De laatste moest al dade lijk naar de plaats marcheeren waar hij den vorigen dag den vijand had ontmoetde kapitein de Quay zou hem zoo noodig ondersteu nen en met zijn troep verder de bewegingen aangevenwelke hij volgen moest. De luitenant Van der Hart ontmoette al spoedig vijanden, die onze 213

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 220