214
maleische troepen de nadering der kampong wilden betwisten maar
bij het zien van militaire macht terug trokken op de overzijde van
de in de laagte stroomende rivier, na de hangbrug, welke hun tot
passage gediend had, te hebben afgekapt.
Het terrein, waarop de onzen zich bevonden, was vrij hoog en aan
de rivierzijde steil afloopende. Geene bepaalde orders hebbende om
den vijand te vervolgen, en de kolonne van den kapitein De Quay
niet ontwarende, zond de luitenant Yan der Hart een jager af om nadere
bevelen te vragen. Deze kwam echter terug met het bericht, dat de
andere troepen reeds in de vlakte waren afgedaalden toen kort daarop
in de verte eene Hollandsche vlag werd ontwaard, hetgeen den luitenant
Van der Hart deed veronderstellen dat de kapitein De Quay de rivier
op dat punt wilde overtrekkengaf hij gevolg aan zijne orders om
diens beweging te volgen ging ook met zijne manschappen naar be
neden doch zond tevens den korporaal Alie der 4e kompagnie
vooruit, om den kommandant hiervan kennis te geven.
Aan de rivier gekomen, opende de vijand van de overzijde dade
lijk een vrij hevig geweervuur, dat door de onzen niet onbeantwoord
werd gelaten.
Intusschen naderde de van verre geziene Hollandsche vlag, en bleek
het dat deze niet behoorde tot de kolonne van den kapitein de
Quay, maar werd medegevoerd door een Europeesch korporaaldie
met acht boegineesche jagers van de 4e kompagnie van den hoofdtroep
verwijderd waren geraakt en, rechts trekkende, zich nu bij het deta
chement van den luitenant Van der Hart kwamen aansluiten.
Bracht dit reeds eene teleurstelling te weeg, hoeveel grooter werd
deze nog, toen de uitgezonden korporaal terug kwam met de tijding,
dat de kolonne De Quay, in stede van over de rivier te gaan, was
teruggetrokken. Zonder dralen besloot dus ook de luitenant Van
der Hart tot den terugtocht; met de weinige manschappen, die hij
bij zich had, kou hij alleen toch geen weerstand bieden, terwijl de
plaats, waar hij zich bevond, bovendien nog het nadeel had van on
verwachts in den rug bedreigd te kunnen worden.
Nauwelijks een begin gemaakt hebbende met het beklimmen der
steile en moeielijke hoogte, zagen de boven gebleven maleiers den
vijand op een nabij gelegen punt de rivier overtrekkenzij gaven
zulks door een angstig schreeuwen te kennen, maar hielden door hun
vuren de padries toch zoolang in bedwang, dat onze troepen, hoewel
met veel krachtsinspanning, de hoogte hadden bereikt; toen ech-