228 toestanden, waarin een leger zich zou bevinden, hetzij om verschei dene punten te gelijk te dekken, hetzij om eenige observatie-linie te vormen, hetzij eindelijk voor elke afwachtende stelling. Zoomoe ten de uitgestrekte stellingen langs eene'verdedigingslinie, de korp sen, die langs een dubbel operatiefront zijn opgesteld of een beleg dekken terwijl het leger aan een' anderen kant opereert, in eéu woord bijna alle groote detachementen die uit aanzienlijke gedeelten van een leger bestaantot die categorie gerangschikt worden." Een leger te, doen overgaan uit de strategische stelling, die eene vrij groote oppervlakte vereischtopdat het leger er volgens de ei- schen der gezondheidsleer kunne verwijlen, tot de taktische stelling, die behoorlijk aaneengesloten moet zijn, is eene der moeilijkheden in de strategie. Dit punt zal worden uiteengezet in de paragraaf der zones en operatie-lijnen. 5e. "Vaste en tijdelijke operatie-bases. Men noemt vaste ope ratie-basis de landstreek of de plaats, waaruit een leger zijne mid delen van bestaan trekt, van waar het gewoonlijk oprukt om aan vallend te werk te gaan, en waarheen liet terug trekt in tegenspoed. Vóór Eet gebruik van den stoom noemde men tijdelijke basis de vestingen, waarin men den mondtocht bijeenbracht om de legers te velde te voeden. Deze groote depóts werden eerst aangelegd langs de grens in het eigen land; zoo men op vijandelijk gebied kwam, legde men 11a elke vijf of zes dagen mareheereus nieuwe aan; zoo men verplicht was terug te gaan, zocht men, als de aanval niet te onstuimig was, den leeftocht achter het leger te brengen, naar ge lang men terug trokmaar meestal verloor men ze met de vestin gen waarin hij geborgen was. Sprekende over de bezwarendie het aanleggen van magazijnen en groote depóts langs de grenzen onmiddellijk achter het leger, kan hebben vermeldt Jomini een woord van Napoleon, dat hier niet mis plaatst zal zijn. //Ik kan" schrijft de generaal, //dit artikel over de magazijnen niet besluiten zonder een gezegde van Napoleon aan te halen het welk zonderling zal schijnen, maar toch zijne goede zijde heeft. Ik heb hem hooren zeggen, //dat in zijne eerste veldtochten het vijandelijke leger altijd zoo goed voorzien was, dat, als hij verlegen stond om het zijne te voeden, hij het slechts in den rug van den tegenstander be hoefde te werpen, waar hij zeker was alles in overvloed te vinden." Een regel, waarop het zeker ongerijmd zou zijn beginselen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 235