237 taktiseh voordeel, dewijl het altijd moeilijker is een leger te verslaan achter eene rivier of een poststerk door de natuur en door kunst, dan in het open veld. //Zoo men echter de strategische en taktische voordeelen van deze natuurlijke en kunstmatige voordeelen overdreef, zou men vervallen in het stelsel van den positie-oorlog starke Positionen)dat den ondergang van zoo vele legers heeft veroorzaakt, want welke ook de moeilijkheden mogen zijn in den toegang tot eene defensieve leger plaats, het is zeker, dat hij, die er de slagen van zijn tegenstander afwacht, eindigen zal met te bezwijken. Bovendien, daar elke uit haren aard sterke stelling moeilijk toegang geeft, is het even moei lijk er uit te komen als er in, en dikwijls zal de vijand er met weinig manschap de uitgangen van kunnen bewaken en, om zoo te zeggen, het leger in zijne eigene stelling opsluiten, met strijdkrach ten geringer dan die van hare verdedigers. Dit is den Saksers overkomen in de legerplaats van Pirna en aan Wurmser in Mantua." De generaal voegt er nog bij: //De verdedigingslijn moet in ver houding zijn tot de troepen, waarover men beschikt; want, zoo zij te uitgestrekt was, zou zij overal zwak zijn, en men zou haar met moeite bewaken." //De verdedigende houding," zegt Prederik de Groote, //leidt tot detacbeeringenhieruit volgt dat hij, die eene verdedigende stelling inneemt, al de uitgangen tracht te bewaken, zich onmatig uitbreidt en ten laatste overal zwak is." In de keuze van de verdedigingsliniën begaat men dan ook, zoo wel in oorlogs- als in vredestijd, over het algemeen de grofste mis slagen. Het hoofdstuk van het Précis cle Vart de la guerre't welk wij pas hebben aangehaald, doet zien, dat Jomini, de Monge der stra tegie, die de oorlogskunst zulk eene groote schrede heeft vooruitge- bracht, zich niet geheel heeft kunnen los maken van den verderfelij ken invloeddien nog tegenwoordig op ingenieurs en zelfs op vele andere militairen het stelsel van positie-oorlog of van starke Posi tionen uitoefent. Ofschoon Jomini de starke Positionen veroordeelt, heeft hij ze niet geheel uit zijne boeken durven verbannen. Zelfs eene halve eeuw later, toen wij (Van de Velde) de eerste uitgaaf schreveu van onze En zon, volgens de oorspronkelijke bestemming van Willem I, ook ons kun nen overkomen zijn. Fr.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 244