238 Etudes sur la defense des Etats, hebben wij het voorzichtig geacht niet geheel met dat stelsel te breken; in die Etude hebben wij nog aangeraden, in de groote staten eenige grensvestingen te behouden; wel is waar niet met het oog op de verdediging, maar om als depót plaatsen te dienen voor den aanval. De ontwikkeling van de spoorwegen en de onschatbare voordeeleu, die men in de jongste oorlogen in den stoom gevonden heeft om de legers van al het noodige te voorzien, bewijzen zonneklaar, dat de grensvestingen geen nuttig doel meer hebben, noch voor aanval noch voor verdediging. Ofschoon de vermenigvuldiging van de gewone wegen en van de spoorbanen en het gebruik van den stoom aan de legers eene be weegbaarheid hebben medegedeeld, die in staat stelt een oorlog bin nen minder weken ten einde te brengen dan hij vroeger jaren zou hebben vereischt, is het versterkings-stelselgebezigd om eene land streek te verdedigen, op dezelfde hoogte blijven staan; het heeft sedert twee eeuwen geene enkele schrede voorwaarts gedaan. Tegenwoordig behooren nog, gelijk in den tijd van Yaubande permanente-verdedigingsliniënde liniën van grensvestingen in alle staten van Europa (België uitgezonderd) tot het cordon-stelsel; een stelsel, dat de werking van veel troepen verlamt, dat in alle tij den slecht is geweest, en dat slechter is geworden, naar mate het grooter getal wegen en spoorbanen de legers beweegbaarder heeft gemaakt. In België heeft men, de bezwaren inziende, die een te uitgestrekt verdedigingsfront met zich voert, besloten het oude front te sloopen om de verdediging op één punt in het binnenste van het land te doen samenloopen; ongelukkigerwijze drukt het denkbeeld van het oude stelsel van positie-oorlog nog zoo zwaar op de gemoederen, dat, ofschoon in beginsel aangenomen is dat een cordon van vestingen radicaal slecht is, de krachten versnipperthet initiatief verlamt en tot eene lijdelijke verdediging, de slechtste van alle, dwingt, de krijgs- en staatslieden zich nog niet geheel aan dit verouderde denk beeld hebben kunnen ontworstelen. Zelfs in België, waar men het stelsel van position scheen te heb ben laten varen, staat men nu voor, tusschen Diest en Dendermonde, laugs Antwerpen, eene verdedigingslinie aan te leggen, gelijk die, welke men pas aan de zuidergrens gesloopt heeft! Men vermoedt niet, dat de linie, die men pas heeft geslecht, van de ontworpene slechts hierin verschilt, dat de eerste zich verhief aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 245