voudige, inwendige en sameuloopende operatie-zones onderling eene
groote overeenkomst en over het algemeen ten doel hebben het ver
eenigen van de strijdkrachten op een gegeven punt, en aan den
anderen kant, dat de dubbele, excentrieke of uiteenloopende ook op
elkander gelijken en in 't algemeen tot versnippering van de troe
pen leiden.
Eenige zeldzame gevallen uitgezonderd zijn de eerstgenoemde de
goede, de andere de slechte. Wat de accidenteele operatie-gordels
betreft, //deze", zegt Jomini, //doen zich zeer weinig in den loop
van een oorlog voor, maar zij zijn van groot gewichtzij worden ge
woonlijk slechts goed begrepen door een omvangrijk en werkzaam genie."
Over de keus van de operatie-lijnen en goudels
In het ontwerp van een veldtochtsplan maakt de richting, aan
de operatie-gordels en lijnen te gevende hoofdzaakden grondslag
van dit plan uit.
De kunst, goede richtingen daaraan te geven, bestaat hierin dat
inen ze op zulk eene wijze in verband brengt met de plaats van
den vijand en de geografische gesteldheid van het oorlogstooneel
dat men het voordeel der beweegbaarheid behoudt en zich van de
terugtochtslijnen der tegenpartij kan meester maken zonder zijne
eigene in gevaar te brengen.
Men kan in beginsel aannemen, dat over het algemeen de operatie
zones en lijnen slechts drie van elkander scherp gescheidene rich
tingen kunnen volgen. Immers, men kan bezwaarlijk de operaties
anders leiden dan tegen den rechtervleugel, het centrum of den lin
kervleugel van het front des tegenstanders.
Dus zal het operatie-tooneel gewoonlijk verdeeld worden in drie
zones, die de namen zullen aannemen van rechter-, middel- en lin
kerzone. De rechterzone van den aanvaller is natuurlijk de linker-
zone van den aangevallene.
Tegen een te uitgestrekt front opereert men in den middelgordel
en men tracht het in zijn midden te doorbreken. Dat noemt men
opereeren langs inwendige liniën. Deze zijn zeer aanbevelenswaard;
zij verschaffen hem, die er gebruik van weet te maken, het voor
deel der beweegbaarheid en de beste gelegenheid tot den aanval.
Tegen een niet te uitgebreid of vrij nauw front richt men, als
men meester is van de keus, zijne troepen massa's tegen een der
243
EN OVER de DAARAAN TE GEVEN RICHTING.
11*