dezen merkwaardigen veldheer. Maar het blijft de vraag, of dit ontwerp nog goed was op het oogenblik, toen het er op aan kwam het te volvoeren, op het oogenblik, waarin de Pruisische legers reeds in aantocht waren. //Zoo er voordeel in gelegen is zich te plaatsen op de centrale ope ratie-lijn (hij wil zeker zeggen: op het ontmoetingspunt waarheen de lijnen loopen, door de legers van den tegenstander gevolgd), moet men noodwendig ruimte genoeg om zich hebben, opdat het mooglijk zij een zijner wederpartijders op een afstand van eenige dagmarschen te gaan opzoeken en daarna nog tijd genoeg over te houden om te rug te keeren tot den ander. Zoo deze ruimte zeer beperkt is loopt men gevaar, met zijne beide tegenstanders te gelijk te doen te hebben. Als een leger op het slagveld iu het front en in de flank wordt aangevallen, doet het er weinig toe, of het op de centrale ope ratie-lijn staat; wat vroeger een voordeel was uit een strategisch standpunt, is een nadeel geworden uit het taktische oogpunt, (f) Zoo men de Pruisen liet voortrukken tot de Elbe en de Iser, zoo de défilés, die zij moesten doortrekken om uit die dalen te komen, in hunne macht vielen, werd het blijkbaar zeer bedenkelijk tusscheu twee legers voorwaarts te dringen. Door het eene aan te vallen liep men gevaar zelf aangevallen te worden door het andere." Deze twee laatste volzinnen, geschreven met de bedoeling om den auteur te rechtvaardigenbehelzen de meest onheilzwangere leer. Vooreerst lag de samentrekking van de drie legers bij Josephstadt, door Von Moltke genoemd als het vereenigingspunt voor de opera ties, niet in zijn oorspronklijk plan; Gitschin, door Von Moltke zei- ven aangewezen als ontmoetingspunt voor zijne legers, was juist de plek, van waar Benedek het voordeeligst de legers elk op zich zelf had kunnen bevechten, door zich het eerst te werpen op dat, het welk het eerst uit de bergen iu de vlakte zou deboucheeren en daar na terug te keeren om den ander te bestrijden. Het is ook eene groote dwaling te zeggen, dat de bergen verde- 248 Merkwaardig! Ja, als flankeur, maar niet als generaal. Von Moltke echter schijnt zijn tegenstander met voordacht te gunstig te schetsen, in plaats van hem en daardoor zijne eigene overwinning en zich zeiven te verkleinen. Er. (f) Dit denkbeeld bevat het hierboven uiteengezette beginsel, te weten: dat, zoo het voordeelig is zich strategisch te laten omsingelenmenalvorens ook taktisch te worden ingesloten, tot deu aanval moet overgaan. v. d. Y.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 255