18 bestemd voor de opleiding tot een bijzonder vak of bedrijf, moet geloof ik de gelegenheid geopend zijn, niet alleen om de gronden van de praktijk te leeren kennenmaar ook om zich in een wijderen kring van algemeene kennis en beschaving te oefenen. Is die gele genheid niet bij de speciale school zelve geopenddan moet de school aan eene andere inrichting b. v. aan eene hoogeschoolwaar dat plaats heeft verbonden .zijn. Dat nu die gelegenheid geopend is bij de Akademie te Breda, dit, meen ik, is inzonderheid te waar deren en ik hoop dat de invloed daarvan zich ook uitstrekke over de marine." Eenige dagen voor dat de heer Thorbecke deze woorden sprak» had de minister van marine over het nieuwe onderwijs op het wacht schip te Nieuwe Diep, ten behoeve der adelborsten, uitgewijd. //Het zalwerd door Thorbecke vervolgens gezegd //ofschoon het daar van den schijn had, wel de meening van den Minister niet zijn geweest, dat speciale scholenwaar ook opgericht, enkel zouden moeten dienen om te dresseeren, af te richten voor de praktijk. Volgens den Minister had de nieuwe inrichting, de afzondering van de akademie van Breda, het groote voordeeldat de jongelieden gewend wierden aan het leven aan boord." Over het leven aan boord sprekende, zeide de heer Thorbecke, dat het voor de adelborsten niet alleen noodig is//de gronden der zoogenaamde paaktijk te kennen, maar tevens te deelen in die alge meene ontwikkeling, die in de tegenwoordige wereld den hoogbeschaaf- den man kenmerkt." //Ik wensch daarom vervolgde hij dat de vorming onzer adel borsten niet blijve binnen de perkenwelke de Minister van marine ons heeft aangewezenen dat hetgeen de Akademie te Breda voor de landmacht is of zijn kan voortdurend ook aan de marine dienstbaar zij." //In ons klein, in zijne hulpmiddelen beperkt land, moeten wij gelooi ikvoor zoo veel wij niet voor onderscheidene vakken bij zondere inrichtingen in het leven kunnen roepen, vereenigensamen vatten concentreeren." Met deze motieven kon zich de toenmalige minister van oorlog zeer goed vereenigendaar hij den heer Thorbecke voor de gesproken woorden zijn dank betuigde. Toen in 1855 in afscheiding van de kweekscholen voor de kadets en adelborsten in de volksvertegenwoordiging wederom ter sprake kwam, moet men wel begrijpen, dat zij door den minister van marine alleenlijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 25