253
op de gebreken onzer militaire organisatie in Indië de aandacht meer
gevestigd en op de noodzakelijkheid om daarin te voorzien. Tot die
gebreken mag wel in de allereerste plaats gebragt worden het ge
mis aan vooruitzichten van den Indischen militair. Na twintigjarigen
activen dienst heeft hij thans eerst aanspraak op een betrekkelijk ge
ring jaarlijksch gagement, nauwelijks tot levensonderhoud voldoende.
Het is met te verwonderen, dat deze staat van zaken van nadeeligen
invloed op de werving is en alzoo de geregelde aanvulling van het
Indische leger belemmert.
Op 11 Mei 1875, naar aanleiding eener interpellatie over den toe
stand van het Indische leger, deelde de oudergeteekende reeds zijn
voornemen mede om daarin verandering te brengen
Het destijds aangekondigde ontwerp tot wijziging van de gage-
mentsregelingdat de strekking heeft om aan de Indische militairen
eene betere toekomst te verzekeren, is uit Indië terug ontvangen.
Na vaststelling zal het onmiddellijk worden gepubliceerd, en ofschoon
het voornemen bestaat om de nieuwe regeling eerst met 1877 in
toepassing te brengen, wenscht de Regeering de hoogere gagements-
bedragen, zonder verkorting van den tijd van dienst, reeds dadelijk
te verleeuen aan hen die voor dien termijn met paspoort gaan.
Daarop is in de begrooting gerekend.
Men vertrouwt, dat deze maatregel van gunstigen invloed zal zijn
op de aanvulling van het leger. Geeft ook thans de werving, vooral
van vreemdelingenreeds goede uitkomstendie van Nederlanders
zal door de verzekering van een behoorlijk gagement na meer be
perkten diensttijd aangewakkerd worden.
Intusschen zijn, om in de behoefte, door de buitengewone tijds
omstandigheden ontstaan, te kunnen voorzienkrachtige maatregelen
genomen. Mat daarvoor hier te lande en in Indië is gedaan, werd
door den oudergeteekende medegedeeld in zijne bovengemelde rede.
lot aanvulling van die mededeelingen kan worden verwezen naar
het onlangs ingediend Koloniaal Verslag (f). In deze begrooting
is op de tijdelijke verhooging van de handgelden en premiën bij
reëngagement in Indië gerekenddaar het zich niet laat voorzien
dat de verhoogingen reeds het volgend jaar buiten werking zullen
kunnen worden. Een hoogere raming van bijna f 500,000 was
daarvan het gevolg.
Zie Militair Tijdschrift 1875, blz. 336.
ID M. 1876, blz. 39 en 40.