255 eene plaats gevestigd waren, alwaar de civile dienst door een officier van gezondheid werd verricht. Voortaan zullen die toelagen aan allen zonder onderscheid worden toegekend. De boven omschreven formatie-verandering brengt eene meerdere uitgaaf te weeg van ruim f 50,000, terwijl de verbetering der gel delijke inkomsten mede tot eene vermeerdering leidt van ongeveer f 50,000, ten laste van de afdeeling Onderwijs, eeredienst en nij verheid zijnde daar ter plaatse op die uitgaaf gerekend. c. Reorganisatie der veld- en berglaiterijen. Sedert geruimen tijd was men er in Indië op uit, om de mobile artillerie naar de eischen van den tijd te verbeteren. Die verbeteringen heeft men, behalve door de aanneming van be tere vuurmondentrachten te verkrijgen door vergrooting van de beweegbaarheid der batterijen, alsmede door het langzamerhand weg nemen van de voorheen bestaande groote verscheidenheid in kalibers en dus ook in de munitiën. Wordt in het algemeen reeds veel aan mobiliteit gewonnen door het tot een minimum terugbrengen van het aantal voertuigen, zoo is almede eene ruime formatie aan personeel en paarden tot dat doel onmisbaar. Op die gronden is besloten, dat de mobile artillerie op Java zal bestaan uit 4 veld- en 4 berg-batterijenieder van 6 kanons, terwijl bij de laatsten tevens zullen zijn ingedeeld 6 mortieren. Verder is bepaald, dat de bergbatterijen ter Sumatra's Westkust en de mobile sectie te Makassar zoodra mogelijk van het getrokken bergkanon van 8 c M. zullen voorzien worden. Eindelijk zal de formatie van het personeel der artillerie, in ver band met deze indeeling, worden vermeerderd met 150 Europeesche en 5 inlandsche onderofficieren en manschappen, benevens met 43 paarden. De meerdere kosten dezer reorganisatie zijn geraamd op/60.000. d. SlraJ'detachementen te Kluiten en Ngawie. Tot eene behoorlijke uitvoering van het koninklijk besluit van 6 October 1S73 hio. 24, waarbij de straf van rietslagen bij de corpsen van het leger werd - afgeschaft, met behoud van die straf tot een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 262