pen zou bestaan, welke op bepaalde tijden, of wanneer de behoefte
dit vordert, naar Indië werden gezonden
Na hetgeen door ons te vorigen jare (Mil. Tijdschrift 1875 blz.
62—91) over de Indische Brigade, en in 1874 (Mil. Tijdschrift blz.
400 en 474) door //een Indisch soldenier" over datzelfde onderwerp
te berde werd gebracht, kunnen wij o. i. over dat onderwerp zwij
gen, althans zoolang ons Indisch leger niet op nieuw het gevaar
eener //Indische brigade" dreigt. Wij zullen voorloopig de organi
satie der door den Minister toegezegde, maar nog niet opgerichte dé-
pots afwachten, en thans mededeelen, hoe de van de Tweede Kamer
uitgegane opmerkingen door den Minister van Koloniën in zijne
//memorie van beantwoording" werden beantwoord of toegelicht:
Be nieuwe formatie van het leger. Zoo als in het Koloniaal Ver
slag werd, medegedeeld berust de nieuwe formatie der veldbataillons
op hetgeen de ondervinding heeft geleerd bij mobilisatie.
Men heeft namelijk waargenomen, bij verschillende gelegenheden,
dat zich bij een bataillon, wanneer het op voet van oorlog wordt
gebracht, percentsgewijze een vrij constant aantal ongeschikten voor
den velddienst bevindt, en wel meer Europeanen dan Inlanders.
Om nu de kompagniën, zonder aanvulling door middel van over
plaatsing, te velde te kunnen brengen tot eene voldoende gelijke
sterkte, worden de Europeesche kompagniën gebracht op eene vredes-
sterkte van 200 man, de Inlandsche kompagniën op 160 man
Moge dus de vergelijking der cijfer van het aantal Europeesche en
inlandsche kompagniën doen denken aan wanverhouding tusschen deze
elementen, deze bestaat in facto niet. Integendeel, volgens de nieuwe
formatie tellen de veldbataillons gezamenlijk betrekkelijk meer Euro
peaneneischte de formatie vroeger 5563 Europeanen en 5995 inlan
ders, thans vordert zij 5962 Europeanen en 5434 inlanders.
Ter volledige vergelijking moge het volgende overzicht dienen.
formatie
267
Europeanen
Afrikanen (allengs door Europeanen te vervangen)
Amboineezen
Id landers
Sommen.
Vroeger. Thans
12975
