20
1°. De algemeene stemdie zich uit het officiers-korps der marine
tegen de Bredasche opleiding heeft doen hooren.
Die stem is echter slechts zeer in den beginne opgegaan, toen
bij de marine-officieren de wijze van opleiding te Breda nog hoe
genaamd niet bekend was. Dat zij er toen tegen ingenomen waren,
is begrijpelijk. Breda is niet aan zee gelegen en Medenblik wel
dat was het vooroordeelMaar alle officieren der marine, die met
de opleiding te Breda zijn bekend geworden, kwamen vau hun eerste
denkbeeld terug. Een der hoofdofficieren van de zeemacht, lid van
de in 1852 voor de zaken der Marine benoemde kommissie, diende
toen eene nota in tegen de opleiding te Bredamaar later zelf te
Breda aan de akademie werkzaam zijnde, betuigde hij zijn leedwezen,
dat hij zich vroeger zoo ongunstig over die kweekschool had uitge
laten, omdat hij gezien had, dat de praktische opleiding aldaar vol
komen goed was
2°. De ajkeu,ring, die de in 1852 henoem.de kommissie \Jlestijds^\
over de Bredasche opleiding heeft uitgesproken.
Die afkeuring, toen reeds uitgesproken, was, zacht uitgedrukt, voor
barig, omdat de opleiding der adelborsten te Breda even begonnen
was. Resultaten van die opleiding waren derhalve nog niet te be-
oordeelen. Het ongunstige advies der kommissie berustte alleen op
eene vermoeden, op eene soort van theoretische bespiegeling was
op vooroordeel gebaseerd dat de opleiding aan de akademie te
Breda niet goed zoude zijn.
d°. De afkeuring van alle kom.mandanten van oorlogschependie
van Breda afkomstige jongelieden onder hunne hevelen hehhen gehad.
Dit wss eene zware heschuldiging; want niemand toch kan meer
van nabij de waarde van een officier beoordeelen, dan juist de kom-
mandant, onder wien hij dient. De omgeving aan boord van een
oorlogschip is zoo klein, dat de kommandant ieder zijner onderge
schikte moet leeren kennen. Tocli is tegen zulk eene beschuldiging
op te komen. Hoort men die afkeurende stem ook nog wel eens
niet van korpskommandanten bij de landmacht, die jeugdige pas aan
gestelde officieren van de Bredasche akademie onder hunne bevelen
krijgen Is dit niet vaak een gevolg van het minder juiste begrip,
dat die korpskommandanten zeiven van het doel eener akademische
opleiding hebben P Of zou de marine alleen zulke bekrompen gees
ten niet onder hare kommandeerende officieren geteld hebben?
Tegen de bewering, alsof de opleiding voor marine-officier te Breda