277 stand zijn ook inderdaad veel bevredigender dan vroeger. Ik heb den staat, gevoegd bij het Koloniaal Yerslag, laten bijwerken tot 10 September, en daaruit blijkt, dat van 11—20 Augustus zijn over leden 9 personen, van 2131 Augustus 5, en van 110 Septem ber 7. In ééne maand is dus het totaal sterfgevallen, van militairen zoowel als niet-militairen, geweest 21. Een zeer verblijdend en zeer gunstig verschijnsel na het vroeger ondervonden leed. Ik kan den geachten spreker verzekeren, dat, in stede tekortkomingen met den mantel der liefde te bedekken, de Indische Itegeering er op uit is om zooveel mogelijk hetgeen nog gebrekkigs in den hygiënischen toestand te Atjeh wordt gevonden, te verbeteren." De heer Kombach bracht hierop het volgende in het midden //Het is in confesso, dat de voorschriften der leger-hygiène in den Atjeh-oorlog jammerlijk zijn verzuimd. De inscheping, de vestiging in den kraton, aanvankelijk de voeding, en wat ziekenverpleging be treft, de hospitalen, het gemis aan ziekenschepen, het niet vervoeren der nog lijdenden naar de hoogten, ziedaar zoovele puntendie ik slechts aanvoer. Sapienti sat. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Eene epidemie is uitgebrokendie vooral in de eerste maanden van dit jaar een tal van dooden heeft gekost, veel malen meer dan het vijandelijk lood. Het is zoo ver gekomen, dat de oorlog daar meer werd een vraagstuk van hygiène dan van strategie. Ik wijs op de ton nen gouds, die verloren zijn gegaan door verkeerde bezuinigingen, door oekonomie op de voorschriften der hygiène. Zij zijn gemakkelijk te be rekenen, als men elk soldaat op het ziekbed gestorven op 1000 gulden stelt, zonder daarbij nog te rekenen de uitgaven voor geneesmiddelen. Ik wijs op den invloed, welke die verliezen uitoefenen op het mo reel van den soldaat, die daar kwam om een vijand te bestrijden en te worstelen had tegen ziekten. Eindelij k spreek ik tot de consciëntie van de gezaghebbersop wie rust de zorg voor den soldaatop hen weegt eene zware verantwoording. Maar er is verandering en ver betering gekomen, en het strekt den tegenwoordigen Gouverneur- Generaal tot groote eer, daartoe het initiatief genomen te hebben. Door hem werd eene kommissie benoemd tot onderzoek van den ge zondheidstoestand in Atjeh, en tot het aangeven van middelen ter verbetering. Die kommissie heeft vrucht gedragenwaarvan wij de bewijzen vinden in de Memorie van Antwoord. De pogingen zijn met goed gevolg bekroond, en blijkens de tele grammen zijn de berichten gunstig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 284