278 Toch is men nog niet genoeg uit de rustige rust opgeschrikt. In het Voorloopig Verslag leest men: //Niet enkel als de troepen te velde zijn, ook in tijd kan vrede, moet in Indië meer voor hunnen gezondheidstoestand gedaan wor den. Met bijzonderen nadruk herinnerde men in dit verband de vroeger gedaan beloftedat onze krijgsmacht voortdurend zoo veel mogelijk van de strandplaatsen naar de gezondere bergstreken zal worden verlegd." En hierop antwoordt de Regeering //Uit het Koloniaal Verslag blijkt, dat ontruiming der kustgarni- zoenen wordt voorbereid en gedeeltelijk ten uitvoer gelegd. Het behoeft echter geen betoog, dat de krachtige uitvoering van een zoo ingrijpenden maatregel veel belemmering ondervindteensdeels in de vele mutatien in het leger, het gevolg van den oorlogstoestand op Sumatra, anderdeels in de behoefte aan personeel bij het wapen der genie." Juist bij het aanvoeren van nieuwe troepen uit Europa bestaat daaraan dubbele behoefte. Het geldt hier niet het bouwen van vol gens de regels der gezondheidsleer ingerichte kazernen van steen, gelijk wij die hier wenschen; maar eenvoudig het daarstellen van bamboezen kampementen, die in korten tijd gemaakt kunnen worden en toch jaren kunnen duren. Het is zeer wenschelijk, dat de Regeering daaraan nogmaals de aandacht wijde. Toen het Engelsche leger in de Krim de bittere gevolgen van het verzuim van hygiëne ondervond, waren die lessen niet verloren de expeditien naar Abyssinië en later naar Ashanté, waarvoor hygië nische voorzorgen niet werden gespaard, hebben het bewezen. Moge ook onze oorlog in Atjeh dat heilrijke gevolg hebben, moge de In dische militaire geneeskundige dienst meer en meer doordrongen worden van het belang en de kennis der hygiëne, en mogen dan de bevelhebbers een geopend oor hebben voor den raad der" artsen. Ren ik wel ingelicht, dan verhief nu reeds de stem van den ge neeskundigen chef der expeditie zich tegen de vestiging in den kraton, tnaar vruchteloos, en de gevolgen zijn bekend." Hierop namen nog de H. II. Van Rappard, Idzerda, Stieltjes, lab.us, Nierstrasz en Transen Van de Putte het woorden repliceerde ae Minister o. a. //Het heeft mij leed gedaan, dat twee van de geachte sprekers, de afgevaardigden uit den Briel en uit Leeuwarden, de heeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 285