281 van den oorlog, gaat men het getal kompagniën iets versterken. Men heeft het getal Europeesche soldaten iets vermeerderd, maar de totale sterkte ongeveer dezelfde gelaten. Men zegt, dat het bleek, de kom pagniën niet op de volle sterkte konden uitrukken bij mobilisatie. Zeer natuurlijk; er zijn altijd recruten, zieken en dergelijken. Maar zullen die nu niet evenzeer voorkomen Het beste zou mijns inziens geweest zijn, dat men de 6 kom pagniën hadde behouden, het getal bataillons op 20 gebracht; voor den velddienst alleen volkomen bruikbare mannen toelatendezou men die in de eerste vier kompagniën hebben kunnen vereenigen, en de twee laatste als aauvullings- en depöt-kompagniën hebben kunnen achterlaten. Door eenvoudig het getal der kompagniën te vermin deren verzwakt men de formatiekracht van het leger, vooral voor oorlogstijden, welke kracht juist zit in de vaste kaders. Ik verlang op mijne aanmerkingen geen antwoord van den Mi nister, want ik begrijp dat hij in dezen rnoeielijk anders kan doen dan de adviezen die men hem gegeven heeft op te volgen. Alleen zou ik verlangen dat hij deze beschouwingen wil brengen onder de oogen der Indische autoriteitenopdat men wete wat er inoet ge schieden wanneer de sterkte van het leger in oorlogstijd moet wor den uitgebreid." De Minister van Koloniën beantwoordde deze opmerking op de volgende wijze //De geachte spreker zoekt te recht het doel van de veranderde formatie in de omstandigheid dat steeds een gedeelte van de kom- pagnie onvoltallig was, waarvan het gevolg was, dat bij het uittrek ken de formatie van het heele bataillon onmiddellijk moest worden veranderd. Dat moest nadeelig werken. Men heeft nu ten doel, door vermindering van het getal kom pagniën en vermeerdering van het aantal manschappendaaraan te gemoet te komen. De bedoeling is, geloof ik, dat bij het te velde trekken, de kompagnie, wat haar geheel betreft, in elkander blijft en niet, zooals vroeger wegens te groot incompleet met anderen vermengd en alzoo uit elkander gerukt wordt. Te recht wijst de geachte spreker er op, dat er geen depots zullen zijn. Eene voorstel omtrent de vraagof elk bataillon een depot zal hebben, dan wel of er afzonderlijke depots zullen zijn, is in Indië in onderzoek en kan eerlang hier verwacht worden. Inderdaad heeft men zich bij den maatregel bepaald tot den actuee-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 288