285
lezen stond zoo spoedig mooglijk in onderhandeling met de Duitscliers
te treden. De generaal gaf dadelijk last aan zijne troepen tot den
terugtocht en begaf zich vervolgens- tot Napoleon.
Toeii hij te Sedan aankwam wapperde de witte vlag reeds boven
de poort van de vesting.
Ten einde den Pranschen te doen begrijpendat alle hoop op
redding voor hen vervlogen was, oordeelde de Koning van Pruisen
die zich opgesteld had op een heuvel ten zuidwesten van Prénois'
van waar hij met een enkelen blik het geheele terrein om de ves
ting kon overzienhet tegen vier uur raadzaam, aan de geheele ar
tillerie, die zich op den linkerovever van de Maas en ten westen
van Bellevue en Prénois bevond, bevel te geven tot het openen
van een zeer levendig vuur tegen de vesting.
Eenige minuten later stonden verscheidene huizen in Sedan in
vlam. Eene kompagnie Beierendie aan den kant van Torcy (even
bewesten de vesting) de sterkte genaderd was, beklom de palissa
den, zonder ernstigen tegenstand te ontmoeten. In dezen oogen-
blik staakte de vesting haar vuur en heesch eene witte vlag. Men
zag spoedig daarna een Pransch kolonel uit de plaats komen en den
Beieren verzoeken den Koning van Pruisen te berichten, dat de
Pranschen in onderhandeling wenschten te treden. De Duitschers
hielden toen onmiddellijk met vuren op.
Nauwlijks droeg de Koning van Pruisen kennis van deze feiten,
of hij beval den luitenant-colonel Von Bronsart en den kapitein Von
Wenterfeld, van den staf van het koninklijk hoofdkwartier, in zijnen
naam den opperbevelhebber van het Pransche leger op te vorderen,
zich met zijne armee en de vesting over te geven. Deze officieren
werden aan eene van de poorten der stad ontvangen door den plaat
selijken kommandant, die den overste Yon Bronsart uitnoodigde hem
te volgen. Deze Pruisische officier vond de straten opgepropt met
soldaten, uitgeput van vermoeienis.
Na het verlangen te hebben geuit, in gesprek te treden met den
opperbevelhebber, werd hij naar het hotel van den onder-prefekt ge
leid waar hij aan Napoleon werd voorgesteldwiens tegenwoordig
heid te Sedan aan het Duitsche hoofdkwartier ten eenemale onbe
kend was gebleven. De keizer was op het punt aan den Koning
van Pruisen te schrijven, orn hem mededeeling te doen van den wan-
hopigen toestand, waarin hij zich met zijne armee bevond. Hij ver
klaarde den heer Von Bronsart, die hem voorstelde een Pransch of
ficier, voorzien van de voor eene onderhandeling onontbeerlijke vol-