287
het leger bekend te maken met wat er voorviel en het aan te beve
len slechts aan te vallen, ingeval het zelf aangevallen zou worden.
Op dat uur namen de Duitsche troepen de hieronder omschreven
stellingen in
Het eerste Beiersche korps was te Bazeilles en te Moncellede
derde Beiersche divisie ten westen van den grooten wegtusschen
Bazeilles en Balanhet vierde legerkorps dwars over den weg van
Bazeilles naar Douzy (bijna drie kwart mijl oost-zuidoostwaarts van
Bazeilles); het twaalfde legerkorps met de vierentwintigste divisie
ten zuidoosten van Daigny (bijna drie kwart mijl ten oosten van
Sedan), terwijl zijne drieëntwintigste divisie zich te oosten van Gi-
vonne bevond, zijne artillerie te Villers-Ceruay en zijne divisie ca
valerie te Douzy.
De eerste divisie infanterie van de garde was ten noorden, hare
tweede divisie ten oosten van Givonne, hare artillerie en hare divisie
kavalerie op Calvaire en ten zuiden van Illyen de vierde divisie
kavalerie bezette der weg van Givonne naar Bouillon. Het vijfde
korps en de tiende divisie der derde armee kampeerden te Illy, de
negende divisie der derde armee te Saint-Mengesen het elfde korps
was saamgetrokken in de omstreken van Floing. De Wurtembergers
en de tweede divisie cavalerie waren te Donchery geblevende zesde
divisie cavalerie in den omtrek van Flize en Poix, en de vierde
te Wadelin-Court en te Frénois.
De ouderhandelingen voor de overgaaf begonnen denzelfden avond
te Donchery. De gevolmachtigde voor Frankrijk was de generaal
Wimpffendie van verscheidene officieren vergezeld kwam, onder
wie men o. a. den generaal Castelnau opmerkte, dienaar het scheen,
tot bijzondere taak had, de belangen van den Keizer onder zijne hoede
te nemen. De Pruisische gevolmachtigde was de generaal You Moltke,
die zich had doen begeleiden door zijn staf en door den generaal
Von Podbielski. De onderhandelingen, waaraan de heer Von Bis-
march evenneens deel nam, werden gesteuografiëerd door den graaf
Nostitz.
De graaf Von Bismarck en de generaal Von Moltke begaven zich
gezamenlijk naar Donchery. Onderweg raadpleegden zij elkander
over de meerdere of mindere concessies, die menuit aanmerking van
de dapperheid waarmede hij gestreden had, den verwonneling doen
kon. Maar men wilde waarborgen nemen tegen eene gelukkige wen
ding der zaken voor de Franschen.
De generaal Von Moltke eischte dus in de eerste plaats, dat het