290
nie zonden aanvangen. De generaal Wimpffen antwoordde, dat hij
van Napoleon bevel had gekregen niet uit de vesting te gaan vóór
het onderhouddat deze met den Koning van Pruisen moest heb
benen dat hij dus de onderhandelingen niet kon hervatten. Maar
toen de Pruisische gevolmachtigde hem verwittigd had, dat hij in
geval van weigering de opdracht had, aan de Duitsche troepen te
gelasten onmiddellijk het vuur te openen, besloot de generaal Wimp
ffen dadelijk naar Donchery te vertrekken.
Sinds den vorigen avond was de moedeloosheid aanmerkelijk toe
genomen in de gelederen van het Pransche leger, en de banden der
krijgstucht werden elk oogeublik zichtbaar slapper. Vele officieren
en soldaten hadden de vesting verlaten en zich aan de voorposten
aangemeld als krijgsgevangenen; een verzoek, dat men aan allen
had moeten weigeren, omdat men wilde, dat deze lieden het lot
hunner andere makkers in het ongeluk zouden deelen. Men liet
alleen de rijtuigen, die aan den Keizer behoorden, doorgaan.
In deze omstandigheden werden de onderhandelingen hervat.
De generaal Moltke had niet uoodig gehad den geheelen afstand
van Donchery naar Vendresse af te leggen; hij had halfweg, tegen
negen uur 's morgens, den Koning van Pruisen ontmoet, die hem
zeide, dat hij niet alleen al de voorwaarden van de overgaaf goed
keurde, maar ook weigerde een onderhoud met Napoleon te hebben,
vóórdat zij waren aangenomen.
De onderteekening van de overgaaf had om elf uur plaats in eene
der zalen van het kasteel Bellevue, bij Prénois. De generaal Wimp
ffen moest de volslagen onmogelijkheid erkennen de worsteling voort
te zetten, want hij had noch levensmiddelen noch munitie meer, en
een ware ijzeren gordel omklemde zijn leger.
Toen de overgaaf geteekend was, zond de generaal Wimpffenmet
toestemming en door tusscheukomst van den Duitschen generalen
staf, aan den minister van oorlog te Parijs een telegramom hem
kennis te geven van het lot der armee van Chalons.
De onderteekening van de overgaaf werd aanstonds ter keunis
van den Koning van Pruisen gebrachtdie zich toen op de hoog
ten van Prénois bevond. Na de schikkingen van dit stuk gelezen
te hebbenbegaf de Koning zich naar het kasteel van Bellevue
waar Napoleon pas was aangekomen.
Gedurende den slag van Sedan maakten de Duitschersnaar het
zeggen van de aflevering, een en twintig duizend krijgsgevangenen.
Alleen de Pruisische garde maakte er negen duizend.