295 Fransch-Duitschen oorlog 187071, houdt zich uitsluitend bezig met de insluiting en belegering van Straatsburg. Hoe meer de Duitschers in het vijandelijk land doordrongen, zegt de schrijver, des te meer troepen hadden zij noodig, hetzij om hunne gemeenschapswegen achter hunne legers te verzekeren hetzij om de Fransche vestingen aan te vallen. De gordel vestingen, door Vauban aangelegd, had nu evenmin als vroeger de Fransche grens krachtdadig kunnen beschermen en den inval der Duitschers beletten, maar de meeste dezer sterkten bevon den zich nog in de macht der Franschen. Daar men troepen te kort kwam, moest men zich aanvanklijk tevreden stellen met in de om streken observatie-korpsen te leggen. De division van het veldleger, die deze taak hadden moeten ver vullen, werden weldra vervangen door bataljons landweer en door de vijf divisiën, die gezonden waren geworden om de kusten te bescher men, maar voor de werkeloosheid der Fransche vloten beschikbaar ge komen waren. Het sterkste van Frankrijk's bolwerken in het oosten, Metz, werd ingesloten door Prins Frederik Karei; er bleef den Duitschers daar dus niets meer te doen over dan Straatsburg te vermeesteren, eene vesting, die, na den slag bij Wörth, niets dreigends meer voor Duitsch- land had, maar tot steunpunt kon dienen voor het bijeentrekken van een Fransch leger op de linkerflank van het Duitsche. Dit gezichtspunt bewoog den Duitschen generalen staf de Badensche di visie tot onder de muren van die vesting te doen oprukken waar zij den 8itea Augustus aankwam en waarvan zij twee dagen later de volkomene insluiting tot stand bracht. Het gewicht van deze sterkte als hoofdplaats van den Elzasde rijkdom harer hulpbronnen, hare ligging aan de voornaamste gemeen- schapslijn tusschen Duitschland en Frankrijk, maar vooral de nog levendige herinnering onder het Duitsche volk van een verlies, ge leden onder Bodewijk XIV, waren krachtige beweegredenen om zich niet te vergenoegen met eene eenvoudige berenning. Dadelijk na de groote voordeelenin het open veld behaald, ontwierp men het plan, deze vesting te heroveren, hetzij door overrompeling, hetzij door een geregeld beleg. De weerbaarheid van Straatsburg lag niet in hare circonvallatie- linie, die, na de vervormingen, welke men haar deed ondergaan, de verdediging meer belemmerde dan den aanval, en, gelet op de aan valsmiddelen, waarover men heden ten dage beschikt, slechts eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 302