296 zeer betrekkelijke waarde had. Hare kracht bestond in den aard van het voorgelegen terrein, dat zeer bevorderlijk aan de verdedi ging was. Na eene uitvoerige beschrijving van deze sterkte en haren omtrek te hebben gegevenspreekt de auteur van de door den verdediger genomen maatregelen. Eerst den 5dcn Juli werd deze sterkte op voet van oorlog ge bracht. Maar wat schijnt te bewijzen, dat het militair gezag geen op handen aanval verwachtte, is, volgens de opmerking van den schrij ver, dat dit op voet van oorlog brengen zich slechts bepaalde tot den last, de poorten een weinig vroeger dan gewoonlijk te sluiten. De generaal Uhrich nam den 21s'en Juli zijn bevelhebberschap over. Zijn eerste maatregel was, aan het Ministerie van Oorlog mach tiging te vragen alles te doen sloopeuwat zich buiten de sterkte bevond en het schieten kon hinderen. Maar hij kreeg tot antwoord, dat hij zich niet haasten moest en over het algemeen geene maatre gelen van dezen aard moest nemen zonder zich vooraf te hebben ver staan met het burgerlijk bestuur. De generaal Uhrich bepaalde er zich dus toede plaats in staat van tegenweer te brengen. Den vierden Augustus bestond het garnizoen slechts uit zevenduizend man, daaronder begrepen de offi cieren, gendarmes, tolbeambten, treinsoldatenenz., want de mobiele garde, die de generaal Uhrich bijeengeroepen had, was nog niet vol ledig gevormd. De sterkte werd verdedigd door elf batterijen ar tillerie en het grootste gedeelte van het regiment pontonniers tot dit wapen behoorende. Het korps der genie was slechts vertegen woordigd door eenige inspecteurs bij de wallen. In den morgen van den vierden Augustus deed de maarschalk Mac-Mahon, die eerst het voornemen gehad had te Straatsburg eene geheele brigade veld-iufauterie te laten, den kommandant van deze vesting weten, dat hij slechts het 87e regiment linie-troepen te zijner beschikking zou kunnen latenhetgeenvolgens zeggen van den maarschalk, te meer toereikende was, omdat de plaats rechtstreeks ge dekt was door het eerste armee-korps, dat in den omtrek bleef. Den ö10» Augustus begon de stad gevuld te worden met buiten lieden, want men had de nederlaag vernomen, door de Fransche troe pen te Wörth geleden. Den 7UU zag de stad zich verplicht hare poorten te openen voor eene menigte vluchtelingen voor een com pleet bataljon van het 21e regiment der divisie Conseil-Dumesnil dat zijn korps niet had kunnen bereiken, gelijk ook voor gedeelten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 303