306 zeidedat hij vermoedelijk den weg der Noorderforten zou inslaan, en hem in elk geval van zijne beweging zou verwittigen, zoo hij ze kon ondernemen zonder zijn leger in gevaar te brengen. //Om niets in de waagschaal te stellen", schreef later, den 23™ Aug,, Bazaine aan den Keizer, //denk ik af te trekken door de Noorderforten." Werkelijk werd in dezen zin den 24™ eeue beslissing genomen. Bazaine was voornemens den 26™ zijn geheele leger op den rechter oever der Moezel te verzamelen, de Duitsche strijdkrachten op dit punt te lokken, en daarna, als het gevecht een gunstigen afloop voor hem had, zich langs de rivier een weg te banen naar Thionville. In den avond van den 25™ werden de bevelen gegeven tot het volvoeren van de eerste bewegingen; om ze gemakkelijker te maken had de kornmandant van Metz gelast, bij Chambière twee bruggen over de Moezel te doen slaan. Deze bewegingen, die den 26™ met het krieken van den dag een aanvang namen, ontsnapten aan de waakzaamheid van de Duitschers niet, die er onmiddellijk de geheele strekking van begrepen. De Prins Frederik Karei haastte zich dan ook al de maatregelen te ne men geschikt om Bazaine's plannen te verijdelen. Dit kostte hem niet veel moeite, want overeenkomstig eene beslissing, door den krijgs raad genomen, dien Bazaine om half twee in het kasteel Grimont (een weinig te n. o. van het fort St.-Julien) belegd had, keerde het Pihjnleger tegen den avond en bijna zonder slag of stoot in zijne oude stellingen terug. De Fransche verslaggever zegt, den Duitschen schrijver niet te zul len volgen in het verhaal van den krijgsraad, gehouden te Grimont, omdat daarbij in het Pruisische werk slechts gevolgd is hetgeen Ba zaine zelf daarover heeft medegedeeld in zijn boek ISarmée du Rhin. Alleen doet hij opmerkendat de dag voorbij ging zonder ernstig gevechtDit zegt genoeg. Den volgenden dag, den 27en, maakten de Pruisen zich meester van Noisseville (bijna D. mijl oost ten noorden ,van Metz), alsook van de bij dit dorp staande brouwerijen deden ze bezetten door de eerste divisie infanterie en versterken door twee compagnieën van de genie. In den nacht van den 26™ op den 27™ ontving Prins Frederik Karei last, zich gereed te maken om het leger van Mac-Mahon te ontvangen en hem onmiddellijk twee legerkorpsen te gemoet te zen den tot Damvillers 23/4 Duitsche mijl ten noorden van Verdun). Deze troepenhet IIe en IIIe armeekorps, begaven zich in den na-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 313