308 Wij zijn nu genaderd tot den dag vóór den slag van Noisseville. De negende aflevering der geschiedenis van den Fransch- Duit- schen oorlog wijdt niet minder dan zeventig bladzijden aan de be schrijving van den slag bij Noisseville. In den krijgsraad, den 26stea Augustus te Grimont gehouden, was beslist geworden, de Duitschers aanhoudend te verontrusten. Niettemin werd er in dit opzicht niets gedaan. De Franschen bepaalden er zich toe, eenige granaten te werpen om de Duitschers in hunne werkzaamheden te storenbovendien in den omtrek te fourrageeren en de landstreek door sterke patrouilles te doen afloo- pendie men alleen des nachts uitzond. Maar alles leidde er toe om te geloovendat Bazaine niet voor goed had afgezien van zijn plan, zich door te slaan. Dit bleek uit de bevelen, die hij in den loop van den 28™ aan zijne generaals, alsook aan de intendance van het leger had doen overbrengen. Men had daarenboven vernomen, dat de bevelhebber van Metz last had gekregen eene derde brug te voegen bij die, welke over de Moezel waren geslagen geworden in de stad zelve. Den 29st™ Augustus ontving Bazaine uit Thionville bericht, dat de maarschalk Mac-Mahon den 27™ te Stenay (elf Duitsche mijlen ten n. w. van Metz) moest zijn, en dat hij zich dus gereed moest houden om bij het eerste kanonschot op te rukken. Bazaine beval alzoo den 30™ zijnen troepen, zich tot het vertrek voor te bereiden. In de onderstelling, dat Mac-Mahon sinds den 27en zijnen marsch oostwaarts had voortgezet, en in de hoop hem op geringen afstand van Metz te ontmoetenbesloot Jlazaine zijne beweging van den 26™ Augustus te herhalen, dat is: op den rechteroever van de Maas over te gaan om zich in de richting van Saarlouis (Thionville. Vert.) te begeven. De troepen die zich op den linkeroever bevonden had den order gekregende rivier beueden de vesting over te trekken. De troepen, waarop Bazaine voor den aanval rekende, kenden allen het terrein, dat het eerste slagveld zijn moest. In den avond van den 30™ was de aandacht van de Pruisen ge wekt geworden door het zeer veel geraas makende heen en weêrgaan van de inge: loten troepen, alsook door eene onophoudelijk weergal mende muziek, een gedruisch, dat den 31™ in de ochtendschemering werd herhaald. Vooruit ziende, wat gebeuren moest, namen de ge neraals Manteufl'el en Steinmetz, in den morgen van 31en, al de maatregelen, die geschikt waren om Bazaine's ontwerpen schipbreuk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 315