309 te doen lijden. Om tien uur telegrafeerde Manteuffel aan Prins Frederik Karei, dat het geheele Rijnleger gedeployeerd was tusschen de wegen van Metz naar Saarlouis en van Metz naar Poix. De worsteling had reeds om half acht een aanvang genomen te Colombey, maar om half twaalf hield het vuur op over het geheele front van het Fransche leger. De Franschen navolgende, gingen toen de Pruisen den soepketel op het vuur zetten. Het was voor de Duitschers zonneklaar, dat Bazaine eerst den vol genden morgen zich een doortocht dacht te banen. Zij namen dus daarnaar hunne voorzorgen. Vervolgens riep Bazaine zijne generaals te Grimont bijeen en ver klaarde hun, dat het dringend noodig was zich door te slaan. Om vier uur gaf een kanonschot, gelost door het fort Saint-Julien, het teeken om over de geheele linie aan te vallen. Ofschoon de Pruisen voor dien dag geen ernstigen aanval verwacht haddenlieten zij zich toch niet ontstellen. Zij gingen den aanrander snel te gemoet, maar konden de Franschen niet tegenhouden, die zich kwart over vijven meester maakten van de bij Noisseville gelegen brouwerij en om half zes van dit dorp zelf, ten spijt van den door den vijand geboden heldhaftigen wederstand. De Franschen waren niet minder gelukkig aan den kant van Montoy D. mijl z. t. o. van Noisse ville), waar het vuur tegen zeven uur des avonds ophield, en naar den kant van Poix en Servigny (Poix ligt ruim een kwart Duitsche mijl ten n. van Noisseville; Servigny iets minder), welke dorpen zij echter niet konden veroveren. Ongelukkigerwijze stuitten de pogingen, die Canrobert beproefde om Failly te nemen, af op het koppig verzet van de Pruisen (Failly ligt D. m. ten n. o. van Metz, ruim l D. m. ten n. w. van Poix, ruim D. mijl o. z. o. van Malroy, ruim -i D. m. z. z. w. van Vremy en g D. m. ten w. van Sainte-Barbe). De uitkomst van den dag was er verre van af, op te wegen tegen de verliezen, die Bazaine geleden had. De Franschen waren er wel in geslaagd terrein te winnen, maar bleven nog zeer verwijderd van het gelukken der poging zich door te slaan. De dorpen Noisseville, Montoy, Flanville, Saint-Agnan, Coincy, Aubigny en Colombey (Flanville ligt ruim D. m. ten z. o., Coincy bijna D. m. z. o. en Colombey D. m. z. t. o. van NoissevilleAubigny iets ten z. van Colombey; Saint-Agnan heb ik niet kunnen vinden) vormden over het algemeen den 31en des avonds de oostelijke grens van het terreindoor het leger van Bazaine veroverdmaar zij waren groot-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 316