314 een volslagen ondergang, zoowel als aan eene onmiddellijke vervol ging. Het Ve Eransche korps, waarvan de 3e divisie beproefd heeft aan het gevecht deel te nemensluit zich aan bij eene aftochtsbe- vreging, die eerst op de oevers van de Marne ophoudt. Eene ernstige botsing grijpt dienzelfden dag plaats op den linker oever van de Saar, waar de Duitschers, zonder het te vermoeden, tegenover zeer talrijke troepen staan. Het was het IIe Eransche legerkorps, dat de hoogten van Spieheren bezet hield en zich in eene ontzagwekkende stelling bevond. Ofschoon de Duitschers geringer in aantal zijnwerpen zij zich op de stellingenwelke zijna verscheidene malen teruggeslagen te zijn, nemen; dank zij de hulp, die zij, gedurende en vooral tegen het eind van den strijdvan het eerste en het tweede Duitsche leger ontvangen. De terugtocht der Eranschen werd verhaast door het vooruitdringen van eene Pruisische divisie tot bij Eorbach. Het geheele leger, dat Napoleon III in Lotharingen had bijeen getrokken, trekt vervolgens, onder den indruk dezer twee nederlagen, terug achter de Nied, en het VP korps, dat zich te Chalons be vindt, meent dadelijk naar Metz te moeten oprukken, waar eenige dagen later Bazaine het opperbevel over de vijf korpsen op zich neemt, die van dezen oogenblik het Itijnleger vormen. Daarna volgt het verhaal van de bewegingen, door de Duitsche legers volbracht sinds de dagen van Spicheren en Wörth tot half Augustus, het tijdstip, waarop zij, na tien etmalen zoekensde sporen van hunnen vijand vinden De ruiterij van het XIIP Duitsche korps bevindt zich den 16™ bij Rezonville in tegenwoordigheid van Eransche troependie zij voor eene sterke achterhoede aanziet. De Duitsche cavalerie vergiste zich; wat zij ontmoet had, was niets meer of minder dan de hoofd macht van het Rijnleger, die de aankomst afwachtte van de korp sen, die bij Colombey (Borny) gestreden hadden, om met hen den marsch naar de Maas voort te zetten. Uit deze ontmoeting vloeit de bloedigste veldslag van dezen oorlog voort, de slag van Vionville. Onverhoeds aan den kant van het zuiden en van het westen aangevallenbiedt Bazaine overal den vijand het hoofd, en lokt daardoor een strijd uit, waarin hij zijn geheele leger medesleept en die eerst zeer laat in den avond eindigt. In den morgen van den 17™ ziende, dat het leger van Bazaine Acht etmalen. Immers den 14en vocht men reeds weder bij Borny. Vert..

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 319