315
partij getrokken heeft van de nachtelijke duisternis om zijne terug-
tochtsbevveging voort te zetten, maar onkundig omtrent de richting,
door het Fransche Rijnleger gevolgd geeft de koning van Pruisen
den 18ea des morgens aan zijn leger bevel, zijn linkervleugel noord
waarts vooruit te schuiven, en zijn rechtervleugel naar Gravelotte,
met het front naar Metz.
Het leger van Bazaine wacht in goede orde en sterk verschanst
op het plateau of de hoogvlakte van Armanvillers (het dorp van dien
naam 11 1 D. mijl ten n. w. van de vesting) het vijandelijke leger
af, eene lange bocht voor het westelijke front van Metz beschrij
vende. Dat ontwarende, trachten de Duitschers ten noorden den
linkervleugel den rechtervleugel Vert.) van Bazaine om te trek
ken, terwijl de Duitsche troepen van het centrum met verwoedheid
de troepen, die zij voor zich hebben, aanvallen, wien zij spoedig
eenige plaatsen in de eerste linie ontwringen, zonder hun evenwel
hunne voornaamste stelling te kunnen ontnemen. De slag wordt
eerst beslissend door de bewegingen, die de Pruisische garde en de
Saksers volvoeren. De Fransche rechtervleugel wordt tegen den
avond naar Saint-Privat teruggeworpen, waar hij in de grootste ver
warring aftrekt. De overige gedeelten van het Fransche leger houden
zich nog in hunne stellingen staande, maar zien zich verplicht ze
den volgenden morgen te verlaten, om onder de kanonnen van Metz
de wijk te nemen.
Deze overwinningen aan de Moezel besloten het eerste tijdperk van
dezen veldtocht, maar het Duitsche leger had eene nieuwe taak te
vervullen. Bovenal gold het nu een vastkluistereu van Bazaine's ar
mee aan de muren van Metz, om haar te beletten een werkzaam deel
aan de landsverdediging te nemen. Met dit doel lieten de Duitschers
de helft van hun veldleger aan de boorden van de Moezel.
De andere helft werd bestemd om tegen de vrij aanzienlijke strijd
krachten op te rukken, die bij Chalous vereenigd waren en tot eene
sterkte van 130,000 man stegen.
Men meende in het Duitsche hoofdkwartier, dat dit leger uitslui
tend tot taak had de hoofdstad te beschermen. Maar de Duitschers
werden weldra uit den waan geholpen, toen zij vernamen, dat het,
overeenkomstig bevelen uit Parijszijne verbinding met het Rijnleger
moest trachten te bewerkstelligen.
Inderdaad vertrokken de Franschen den 23en uit Reims. Den 25en
bereikte hun rechtervleugel de Aisnebij Youziers (zeven D. mijlen
o. n. o. van Reims).
14*