318 waar, een school voor den oorlog, maar de daar gegeven lessen waren zuiver theoretisch, omdat noch de onderwijzers, noch de leer lingen in het vuur geweest waren. 'Tegenwoordig tracht men partij te trekken van de opgedane ondervinding en in de practijk zal geen officier meer stellingen innemen, welke hem onhoudbaar blijken ten gevolge van die ondervinding en van de feiten, die hij met eigen oogen op het slagveld heeft waargenomen. Het - is erkenddat een groot deel van het welslagen van het Duitsche Teger is toe te schrijven aan de snelheid zijner marschen. Derhalve oefent men zich thans in het marcheerenvlug, in de grootste orde en met eene ontwikkeling in front, overeenkomende met de eischen van het oogenblik en de stellingen des vijands. Al tijd laat men den weg voor de helft vrijom de bewegingen van de staven, adjudanten, artillerie en kavallerie te vergemakkelijken. De goederentreinen zijn op militaire wijze georganiseerd en in de ge vechtslinie vindt men te nauwernood eenige karren van kantinehouders. De infanterie en artillerie marcheeren in den vorm die haar het gemakkelijkst is, en in volle veiligheid, want de kavallerie gaat haar vooruit, en heeft tot taak, den marsch des vijands waar te nemen en het terrein volledig te verkennen. In de belangrijkste richtingen worden officierspatrouilles uitgezonden, samengesteld uit een officier en drie tot zes ruiters, die hem zijn toegevoegd voor het overbrengen van verkenningsrapporten en tot verdediging in oogeu- blikken van gevaar. Deze patrouilles omringen deii vijand, dringen in zijne voorpostenliniën door, volgen zijne bewegingen, vergezellen hem en trachten, uit alle inlichtingen die zij kunnen bekomen, tot de kennis zijner voornemens te geraken. Op de rapporten dier patrouilles bepaalt de aanvoerder zijne be wegingen. De dienst der kavallerie is alzoo van lieverlede geheel gewijzigd. In stede van, gelijk voorheen, op de vleugels van het leger of zelfs achter de liniën geplaatst te worden, marcheert de kavallerie thans vooruit, houdt zij den marsch des vijands op, ver plicht zij hem, zich te ontwikkelen, en verzekert zij aan de infan terie hare vrijheid van handelen. In de instructiën der voorgaande jarenspeelden de //pogingen" (das Probiren) eeu grooten rol. Men beproefdeeen bosch of een dorp te nemen, voor het genoegen, het beproefd te hebben. Thans handelt men ernstiger. Men oordeeltof de omstandigheden de in be zitneming van het bosch of het dorp noodig maken of niet. In het laatste geval zich men ook van elke poging af; in het eerste daarentegen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 323