320 der troepen op het terrein. Voorheen bedekte men het oefenings- veld met kleine detachementen en ontelbare troepengedeelten men wilde zich overal dekken, alles bezetten. Thans weet inenin te gendeel, dat slechts eene zaak noodig is, n, 1. om op zekere i/eire- ven punten sterker te zijn dan de vijand. Men is dus zeer zuinig met zijne krachtenieder is overtuigd van zijne volkomen veilig heid, wanneer men, op de belangrijke punten, in alle opzichten ster ker dan vijand is. Deze regelen worden door den kapitein even goed in het oog ge houden als door den generaalopperbevelhebber. Beide hebben den oorlog gezien en weten bij ondervinding, wat het nutteloos bloot geven van troepen heeft gekost. Eindelij* is er nog eene opmerking, die allen zullen hebben ge maakt, welke met eenigen aandacht de herfstoefeningen hebben ge volgd. Men zou kunnen begrijpen, zoo niet verschoonen, dat een le ger, dat pas drie gelukkige veldtochten heeft gemaakt, dat het beste leger van Europa heeft overwonnen en de zegeteekenen daarvan draagt, zijne oefeningen met eene zekere onverschilligheid uitvoerde. Maar integendeel heeft de Duitsche soldaat bij deze manoeuvres blijken gegeven van het zelfde plichtbesef en van den zelfden dienstijver, als in de dagen toen hij zijn leven waagde voor het heil zijus va derlands. Ook in Engeland, waar de militaire kwestiën in den laatsten tijd veelvuldig besproken worden, zijn de manoeuvres van het Duitsche leger in 1375 met aandacht gevolgd. Aan de berichten van den militairen correspondent van de Timesdie deze manoeuvres bij woonde, wordt nog het thans volgende ontleend. Na eeuige opmerkingen en eene aanhaling uit de Mémoires van Napoleon I op St. Helena, blijkens welke voortgezette arbeid en studie eene bepaalde verplichting zijn voor allen, die over anderen hebben te bevelen, zegt de correspondent, dat deze groote waarheid nergens beter erkend en uitgesproken wordt dan bij de Pruisen. Napoleon was de meest werkzame persoon van zijn tijd, en uitste kend te huis in de militaire geschiedenis. Men zal hierop antwoor den dat hij een geboren oorlogsgenie was, maar dit is een reden te meer om hen, die dezelfde talenten niet bezitten, tot volhardende studie aan te sporen omtrent alles wat het krijgswezen aangaat. //Een der aangelegenheden, die mij boven allen bewonderenswaardig toeschijnen", zegt de correspondent van de Times //is de ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 325