348
vergoed, en door de bemachtiging der linie een groot voordeel be
haald menig moedig en braaf soldaat was daardoor toch gevallen
menige droppel heldenbloed was daarvoor ten offer gebracht. Toen
de linie genomen was, telden wij vijftien gesneuvelden, waaronder vijf
Europeanen, en 54 belangrijk gekwetsten. Onder de laatste bevond
zich de 2e luitenant der artillerie P. G. Van der Weijde, die door
een kogel in deu rug was getroffen en reeds den 31™ October aan
zijne wonden overleed.
Bij nader onderzoek bleek, dat de bekomen inlichtingen omtrent
den defensieven toestand der linie niet geheel juist waren dat men
te veel had vertrouwd op de woorden van den Toewankoe Paij, en dat
het door hem aangewezen punt van aanval, wel verre van ons voor-
deelig te zijn, een bepaald moordhol was. Het niet gelijk aanvangen
der operatiën, en ook gebrek aan goed kruid, waardoor veroorzaakt
werd dat van den handmortier bij de kolonne De Quay geen gebruik
kon worden gemaakt, dewijl het projectiel bij eiken worp reeds op
50 passen nederviel, zijn omstandigheden, welke zeker evenzeer ten
nadeele onzer troepen hebben gewerkt.
De dadelijk achter de linie gelegen kampongs Gadoei en Tabin
Tinggi kwamen nu spoedig in onderwerping en werden door onze
troepen bezetden 26™ werd dat voorbeeld gevolgd door de hoofd
kampong Kotta Tinggi, welke daarop door den luitenant-kolonel
Elout bezocht, en de plaats werd waar nu het geheele distrikt Ila-
laban zijne onderwerping kwam aanbieden.
Terwijl de resident en militaire kommandant zich daarop naar
Padang, en vervolgeus weder naar Bondjol en Eau begaf, om zich
persoonlijk te overtuigen van den gang der zaken welke daar pas
waren geregeld, bleef een gedeelte der troepen, onder de bevelen
van kapitein Veltman, de L Kottas bezet houden en werden aldaar
twee sterkten door ons aangelegd de eene in de nabijheid van de kam
pong Kotta tengah, op eene der hellingen van den berg Sago, welke
laten den naam van Fort Raaff bekwamde andere ten westen van
den berg Boekit Bongso en Fort Van den Bosch genoemd.
Door onze herhaalde overwinningen op de padries was aan hunne
macht in de Padangsche bovenlanden een geduchte slag toegebracht,
zoodat men, op het einde van het jaar 1832, billijke redenen had
om over den stand der zaken tevreden te zijn. Alleen het distrikt
XIII Kottas moest nog in onderwerping worden gebracht, doch om
dat de resident en militaire kommandant het beter achttehiertoa