349
eene nadere versterking van troepen van Java af te wachten, werd deze
onderneming vooreerst nog uitgesteld.
Jammer echter dat die rustige toestand slechts schijnbaar bleek te
zijn, dat men bij de beoordeeling daarvan te veel vertrouwen had
gesteld op de gemaakte bepalingen en overeenkomsten met de hoofden
in Alahan Pandjang, en dat men al spoedig de treurige oudervinding
moest opdoen, hoe diep de invloed der padries in dat distrikt wortel
had geschoten en hoe sterk deze nog werkte, toen zij op nieuw
eene poging wilden aanwenden, ons uit die landstreek te verdrijven
en de teugels van het bestuur weder alleen in handen te krijgen.
Om den toenmaligen toestand van dat distrikt een weinig te leeren
kennen, is het noodig, eenige schreden terug te gaan. Wij hebben
gezien, dat de luitenant-kolonel Elout, toen hij den 25en October te
Pajacombo kwam, terugkeerde van een gemaakten tocht naar Bon
djol en Eau; laat ons thans nagaan, met welk doel de resident
en militaire kommaudant zich derwaarts had begeven, en wat daar
door hem werd verricht.
Reeds kort na onze veroveringen der Kamang Agamsche dislrikten
hadden eenige voorname inwoners van Alahan Pandjang zich in het
geheim tot ons bestuur gewend, om zich te beklagen over de hande
lingen van hunnen padrischen vorst, en onze -hulp ingeroepen om
hen en de geheele bevolking te bevrijden van het juk waaronder zij
gebukt gingen, en dat zoo knellend en drukkend was, dat daardoor
eene algemeene verbittering was ontstaan, welke het voor land en
volk wenschelijk maakte wij tusschenbeiden kwamen.
Het aanhoudend voordeel onzer wapenen op de padries in den om
trek had hen hoe langer hoe meer vertrouwen doen stellen in onze
macht en hun zelfs moed genoeg gegeven, hunne verbittering openlijk
bekend te maken, steeds ruimer veld te doen winnen en eindelijk zoo
ver te brengén, dat zij den Iman vervallen verklaarden van de regee
ring. Zij stelden zich daarop onder onze bescherming en riepen de
hulp van ons bestuur in, om voor goed een einde te maken aan de
zoo hatelijke priesterregeering, en hun in plaats daarvan hunnen vroe-
geren maleisehen regeeringsvorm terug te gevenvolgens welke de zoo
genaamde Radjas Ampatsello weder aan het hoofd zouden komen te
staan.
Eene dergelijke regeling kwam te zeer_ overeen met de inzichten
van ons bestuur om daaraan geen gevolg te geven, en het was dus