351
Hoe vreemd en tegenstrijdig deze verklaringen ook waren met
hunne leerstellingen en de bedoelingen, waarmede zij reeds zoo me
nigmaal den oorlog hadden gevoerd, werd daarover op het oogen-
blik toch niet verder nagedacht; en zonder zelfs in overweging te
nemen, of het gedrag der padriesche hoofden niet geveinsd en slechts
eene sluwe poging kon zijn, om spoedig met dubbele macht het ge
zag in Alahan Pandjang weder in handen te krijgenwerd tot de
weder-invoering van den maleischen regeeringsvorm overgegaan.
Nadat Toewankoe Iman zich uit Bondjol had verwijderd, ontstond
er onder de verschillende maleische hoofden al dadelijk verschil van
gevoelen en spanning omtrent de aanspraak en het rechtom
met het gezag bekleed te worden. Voornamelijk meenden daarvoor
in aanmerking te moeten komen en zich als zoodanig te moeten doen
gelden zekere Bagindo Kaleeen oud man, die naar den schijn
zeer veel invloed op de bevolking had zijn zoon, die den
zelfden naam droeg, en de Toewankoe Moeda van Koempoelan, die
nog een jong menschmaar evenals eerstgenoemde van aanzienlijke
geboorte was.
Volgens den luitenant-kolonel Elout had echter geen hunner onder het
padriesche bestuur genoegzamen invloed gehad, en waren alle drie te
bekrompen van oordeel, om zijns inziens aan het hoofd der nieuwe
regeering gesteld te kunnen worden; van de andere kleinere hoofden
kon mede niemand daarvoor in aanmerking komen.
Dewijl het zeker eene moeielijke zaak was, om onder de aanwe
zige omstandigheden eene keuze te doen, welke ten genoegen zou
zijn van zoovele ontevredenen, ware misschien geen maatregel beter
en doelmatiger geweest, dan in eene aigemeene vergadering het volk
zelf te laten kiezen; waarschijnlijk zou dat ten voordeele hebben
gediend van de door de padriesche regeering verdrongen Radjas
Ampatsello, bierdoor als het ware de hun gedane belofte op dit
punt vervuld zijn geworden, en voor ons in elk geval een zeker
tegenwicht zijn verkregen, voor de mogelijkheid, dat van de zijde
der padries eene poging zou worden aangewend, om zich op nieuw
meester te maken van het gezag.
Deze Bagindo Kale is vermoedelijk dezelfde persoon, die gedurende den laatsten
aanval op Bondjol (1837) daar bekend was als Toewankoe Kale Koeroes, na den
Iman den meesten invloed had, een ijverig priester was, den christenen een onnitdoof-
baren haat toedroeg en gesneuveld is bij het nemen van het zoogenaamde Stekelvarken.