352 De vrees echter voor ongeschiktheid der maleische hoofden en voor onderlinge verdeeldheid in het bestuur, welke daarvan het gevolg zou zou wezen, maakte den overste Elout huiverig om tot dien maatregel over te gaan; dit werd nog erger, toen, vóór dat hij nog tot een besluit gekomen was, Toewankoe Imau, op aandringen van de hem steeds vergezellende toewankoes Alam van Kotta toewa (IV Kottas in Again) en Nan Tjerdik van Narras, onder waarborg van de on schendbaarheid hunner personen en van de door hem afgelegde ver klaring van nimmer meer aan het hoofd des bestuurs gesteld te wil len worden, en slechts als eenvoudig inwoner der plaats zich uitslui tend aan den godsdienst te willen wijden, binnen Bondjol terugkeerde en zijn neef Toewankoe Moeda door den civielen kommandant van Priainan, aan wien het beheer der nieuw aangewonnen landen was toevertrouwd, tot regent van Bondjol werd voorgedragen. Er moest evenwel worden beslist, en op grond der overweging waarschijnlijk, dat hem van de eeue zijde door onze tegenwoordig heid en macht de handen gebonden zouden zijn, eu hij van den anderen kant beperkt zou wezen door wetten, en vóór zich had eene bevolking, die hem haatte, waardoor hij niets anders kon worden dan een werktuig, dat in de handen van ons bestuur zou kunnen worden gebruikt tot bevordering van onze inzichtenwerd aan de voordracht van den kommandant van Priaman gevolg gegeven en Toewankoe Moeda aangesteld tot regent vau Bondjol. -Ofschoon zulks geschiedde onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat hij slechts onder ons rechtstreekse!) toezicht liet landschap volgens de oude maleische instellingen zou besturengevoelde de bevolking van Alahan Pandjang zich door deze benoeming toch lang niet in hare geliefkoosde wenschen tevreden gesteldbij haar bestond niet het min ste vertrouwen op de beloofde nakoming der voorwaarden, waaronder het nieuwe padriesche hoofd het bestuur had aanvaardzij had eene dergelijke schikking van onzen kant volstrekt niet verwacht en beschouwde deze handelwijze dan ook als een niet nakomen der haar geschonken belofte, ja gaf zelfs al spoedig te kennen dat zij spijt had, onze hulp tot regeling van hare zaken te hebben ingeroepen. Eu hoe kon dat anders? Aan den helderen horizon, welken men zich had voorgesteld, toen de zoo gevreesde Toewankoe Iman van de regeering vervallen werd verklaard, zag men thans op nieuw een don keren wolk opkomen, en werd de bange vrees geboren, dat de nieuwe regent, door ons bestuur benoemd, zich hierdoor nog sterker zou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 357