357
Het is van algemeene bekendheid, hoe de toestand was van Was
hington op het oogenblik dat de oorlog uitbrak. Deze stad, tot du»
verre het middelpunt van het meest vreedzame rijk ter wereld, zag
zich als grensplaats plotseling bedreigd door een vijandelijk leger,
waarvan de voorposten zich aan de overzijde van den Potomac bevonden.
Om een aanval te weerstaan, waarvan geen Amerikaan ooit de mooglijk-
heid had gedroomdmoest alles nog in het leven worden geroepen
Van de geregelde troepen, in dienst der Vereenigde Staten en over
het uitgestrekt grondgebied van deze verspreid, had men slechts zwakke
detachementen kunnen verzamelen, en de helft hunner officieren, uit
de zuidelijke staten afkomstig, was tot den vijand overgegaan. De
eerste maatregelen, genomen om in den nood aan troepen te voorzien,
waren ten eeuemale onvoldoende. Men had er zich toe bepaald, eeuige
regimenten te doen oprichten, samengesteld uit vrijwilligers, die zich
voor drie maanden verbonden; een soort van mobile garde, die zelve
hare officieren koos en waarvoor Sherman, zooals wij zagen, een
diepen afkeer uitsprak. Wei is waar vroeg Lincoln kort daarna, toen
de uitgestrektheid van het gevaar aan allen duidelijk was geworden^
aan het congres 400.000 man voor drie jaren, en 400 millioen dol
lars; maar om 400.000 man te vereenigen en uit te rusten is tijd
noodig. De oude officieren verlangden, dat men alle pogingen in het
werk zoude stellen om soldaten te krijgen. Zij hadden onverwijld op
den Virginischen oever van den Potomac een reeks van werken doen
aanleggen die, de hoofdstad tegen eene overvalling beveiligende, veroor
loofden, de vereeniging van eene voldoende macht af te wachten om
daarna met goed gevolg aanvallend op te treden.
De eischen der menigte zijn alom dezelfde. Wee de regeering,
die verplicht is, ze te gehoorzamen Het gezicht der uniformen, de
voorbijtrekkende soldaten de luidruchtige geestdrift der driemaande-
lijksche vrijwilligers, die Washington vulden, brachten alle hoofden op
hol. De kreet: //naar Richmonduitgesproken door het congres,
de dagbladen, de schreeuwers, deed de koele rede verstommen. De
personen, die zich nimmer blootgeven, die slechts kunnen beleedigen
en lasteren, opperden een wreeden twijfel omtrent den moed der chefs,
die weerstand boden aan den algemeenen aandrang, en wilden wachten
om, zoo zij moesten vallen, daarmede nuttig te kunnen zijn voor het
vaderland. Er werd besloten, onverwijld voorwaarts te rukken. Sher
man, nauwelijks ontscheept, werd met het bevel over eene brigade
belast; als zoodanig moest hij met dappere soldaten, //maar zonder