373
gres vaardigde eene dankbetuiging uit aan de legers van het Westen
en aan de aanvoerders die, na den Misissippi veroverd en talrijke
veldslagen gewonnen te hebben, alom de zaken der Unie hadden
hersteld. En het bleef niet bij die dankbetuiging; Grant werd be
vorderd tot luitenant-generaal, een rang die in Amerika gelijk staat
met dien van maarschalk, en geroepen naar Washington, als opper
bevelhebber van de geheele federale strijdmachtSherman, benoemd
tot majoor-generaal, d. i. divisie-generaal, werd de opvolger van
Grant en kreeg dus het bevel over de legers van het Westen.
Zoo is dan nu Sherman gestegen tot de hoogte, die dikwijls zoo
vele reputatiën vernietigt, tot eene onverdeelde verantwoordelijkheid.
Hij is thans de onbeperkte bevelhebber over de 200.000 mandie
hij onzinnig genoeg was geweest, drie jaren te voren noodig te ach
ten voor de onderdrukking van den opstand in het Westen. Hij
heeft deze snelle opklimming niet gezocht, veeleer heeft hij er zich
tegen verzet, maar zij ós gekomen. Hij is haar niet verschuldigd
aan gunst, aan reclames, aan zijne welsprekendheid; zijne positie
berust op vasteren grondslag. Aanvoerders en soldaten hebben hem
aan het werk gezienenna twee jaren van onophoudelijke marschen
en gevechten, hebben allen naar hem gewezen als naar den man,
dien men noodig had. Naar deze stilzwijgende getuigenis hebben de
regeeringspersonen zich slechts behoeven te schikken, want dat blind
vertrouwen van een leger in zijn chef is reeds de helft van den
zegepraal. Gelukkig zij, die dat vertrouwen weten in te boezemen;
gelukkig het volk, dat zulke menschen vindt in de ure des gevaars
Zijdie Sherman hadden aangewezen als de opperbevelhebber, ver
wachtten thansdat spoedig schitterende overwinningen zouden vol
gen. Doch Sherman liet zich door dien aandrang niet verleidenzijn
oordeel en gezond verstand bleven zegevieren. Zijns inziens was het
oogenblik nog niet gekomen waarop men te gevaarlijke operatiën kon
wagen tegen een vijand, wiens moreel nog niet geschokt was, en
mocht men zich dus niet storen aan het ongeduld der menigte. In-
tusscben zal hij met vastberadenheid handelen, doch eerst na zich
verzekerd te hebben van de zekere middelen voor den goeden uitslag.
Groote bezwaren hadden zich rondom hem opgehoopt. Tot dus
verre hadden de aanvoerders der legers in het Westen zich voorna
melijk behoeven bezig te houden met de militaire operatiën het ge
vecht, en dat gedeelte der staatkunde, dat onafscheidelijk is van het