382
Jialzerij onder hen verwekt had. //Velen onder hen kondigden met ernst
aan dat wij geheel op de vlucht waren, dat wij slechts naar de zee
snelden om daar de bescherming onzer schepen te zoeken, en men eisch-
te, dat ons geen kwartier zou worden gegeven. Volgens hun zeggen^
had de buitenwereld ons als geheel verloren moeten beschouwen."
Doch niet alleen de dagbladen veroorloofden zich dwaze uitroepin
gen; de staatkundige drijvers richtten hartroerende woorden tot het
volk en bezwoeren dit, een heldenmoed te toonen waarvan zij lang
niet het voorbeeld gaven. Allen werden vermaand, naar de wapenen
te grijpen; negers, paarden, vee, levensmiddelen weg te voeren of
te vernielen; de bruggen te verbranden, de wegen te vernielen, dag
en nacht den vijand in front, in de flank, in de rug te bestoken,
enz. enz. Daarna haastten gouverneur en wetgevers zich om, zoo
dra het gevaar nabij kwam, zich te verwijderen. Hun ijdel gesnap
deed Sherman glimlachen.
Men kan de menschen met vergaderingen en proclamatiën beheer-
scheuzoolang die munt gangbaar is; doch op die wijze houdt men
geen vijand tegen. Wanneer de bajonet verschijnt, verliezen de Ac
tiën hare kracht. Om Sherman te weerstaan, was iets anders noodig
geweest dan redevoeringenn. 1. een goed leger, en de geconfedereer-
den konden niet één soldaat van de verdediging van Richmond afue-
men. Wel zond men chefs, zooals Beauregard, naar Georgië, om er
den wederstand te organiseeren. Doch zij zagen spoedig indat zulks
onuitvoerbaar was. Hier en daar werd brand gesticht, doch de bedrei
ging van volkomen vernieling overal waar zij aangevangen was, maakte
hieraan een einde. Eenige soldaten van Sherman waren getroffen ge
worden door trapmijnen Sherman plaatste toen steeds krijgsgevan
genen aan het hoofd zijner kolonnes. In onzen tijd heeft een leger
aanvoerder, het stelsel van verantwoordelijkheid naar verkiezing uit
breidende, spoedig dergelijk anonym verzet den kop ingedrukt. Niets
hield dus den marsch van Sherman tegen. Van het eene einde der
zuidelijke staten tot aan het andere trokken van lieverlede de neve
len op, welke door leugenachtige berichten waren geschapen, en
verdween de hoop. De gebouwen van het bestuur der opstandelin
gen, overal waar men deze vond, werden verbrand; de eigendommen
toebehoorende aan de aanstokers van den opstand, werden vernield
en alzoo begon ieder in te zien dat de tijden van voorspoed voorbij
waren en de nadeelen des oorlogs zich alom deden gevoelenzonder
eenige schadeloosstelling. De moreele uitwerking was verbazend groot