39-3 vangende. Maar de burgerartsen werden niet bij het leger ingedeeld; zij behielden hunne onafhankelijkheid ten aanzien van het militair commando en waren slechts onderworpen aan het bestuur der maat schappijen voor hulp, die vóór of gedurende den oorlog waren op gericht geworden. Dit is een punt van gewicht, waarop ik straks zal terugkomen. Otn het uitgangspunt en den aard dezer organisatie goed te vatten, moet men de zaken hooger ophalen. Na den zoo schitterend voleindigden, ofschoon onbekwaam geleiden veldtocht van Italië ontroerden de door ooggetuigen uitgegeven ver halen de openbare meening zeer. Terwijl het gouvernementgetrouw aan zijne staatkunde van leugen, die zijne leus schijnt te zijn ge weest, voortging met te verklaren, dat alles vooruitgezien en gere geld was, schreef een officier van het leger dat hij //stervenden in beide legers gezien had, die sinds den vorigen dag om redding smeekten en de kracht niet meer hadden om te zuchten; men kon zich eerst met hen bezig houden dertig uren na het gevechtEen hoofdintendant bekende, dat //na Solferino (24 Juni) 10212 gekwet sten in de ambulances gebracht werden van den vijf-en-twintig sten tot den dertig sten Junif Dr. Chenu, het hoofd van den geneeskundigen dienst, besloot zijn verslag aldus: //Men ziet het, in plaats van coöperatief of sa menwerkend te zijn, gelijk zij wezen moet, heeft de administratie het doel der genezing ondergeschikt gemaakt aan het doel van het geldelijke beheer, bet voertuig hooger gesteld dan den gekwetste, het bed hooger dan den zieke, het materieel hooger dan den arts, en ook daar de termen der evenredigheid omgekeerd. Men zal mij zeker verontschuldigen, zoo ik een gevaarlijken sleur tracht te bestrijden en in het belang der gekwetsten en zieken meer gezag, meer zelf standigheid, vooral meer aanzien vraag voor het geneeskundige korps, waartoe ik de eer heb te behooren." Twee gevolgtrekkingen vloeiden duidelijk voort uit al de boeken en vlugschriftendie in dien tijd verscheneneene algemeene en eene voor Frankrijk in 't bijzonder. De eerste is, dat de krijgsge bruiken niet meer in overeenstemming waren met de denkbeelden van de eeuw, dat het vraagstuk der menschel ij k h ei d te veel verwaarloosd werd dat de soldaten gelijk in het verleden nog altijd beschouwd wer den als kanonnenvleeschde tweede is, dat de Fransche militaire heel kunde in een beklagenswaarden toestand was. De eerste dezer ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 390