408 zich te veel inlaten met de statistiek en te weinig met de louter ge neeskundige zijde. De heer Chenu sta mij toe hem hier eene aanmerking te maken. Misschien was alleen hij in staat het zoo ingewikkelde vraagstuk der militaire hospitalen een weinig toe te lichtenhij heeft gegevens van allerlei aard in handen, en zijne bijzondere bevoegdheid stelde hem in staat deze gegevens zoo te rangschikkendat men er een alge meen besluit uit trekken kon. Hij heeft niets van dit alles gedaan; de bijzonderheden omtrent heelkundige ziekteleer zijn overvloedig in zijn boek medegedeeld, maar men vindt er slechts zeer onbepaalde en zeer ongenoegzame aanwijzingen omtrent de verschillende stelsels van ziekenhuis-inrichting; dat toch was de eenige waarlijk nieuwe en belangrijke te onderzoeken zaak. Sinds eenige jaren, sinds den burgeroorlog in Amerika, heeft men de meening geuit, dat de vaste ambulances moesten worden opge richt in houten loodsen of in tentenniet in steenen gebouwen, hoe ruim en goed ingericht deze ook zijn. Men zoude daardoor de altijd zoo bedenkelijke ziekten, die de wonden vergezellen, voor een groot deel voorkomen en in sterke verhouding de sterfte verminderen. Over die meening werd niet van gedachten gewisseld, want niemand opperde ernstige bedenkingen, maar zij werd met veel warmte ontvouwd en verdedigd door de art sen en door het publiek. Dat was dan ook eene oplossing, die uit elk gezichtspunt bekoren moest. De loodsen en tenten zijn overal spoedig op te richten, zij zijn gemakkelijk te vervoeren, zij kunnen bewonderenswaardig gelucht worden, en daar zij niet veel kostenzou men zoo er bij toeval eene besmettelijke ziekte in ontstond, ze slechts behoeven te verbranden. Naast deze aanmerkelijke praktische voordee- len, was het stelsel in overeenstemming met de theoretische denkbeelden, die men zich vormde van besmetting, van uitwasemingenvan aanste kelijkheid, en er ontbrak slechts één ding aan: de bekrachtiging door de ervaring. Aanvanklijk in Amerika op vrij groote schaal beproefd, werden zij dit ook in Europa gedurende den jongsten oorlog, en wij hebben er een groot getal van zien dienst doen gedurende het eerste beleg van Parijs en de Commune. Het zoude zeer belangwekkend en zeer leerrijk geweest zijn eene volkomene monografie van deze hospitaal-inrichting te hebben; zij was te gemakkelijker te maken, omdat men zeer verschillende punten van vergelijking onder zijn bereik had, want er waren in dien oogenblik te Parijs ziekenhuizen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 397