(a) Hieronder 63 officieren, gedetacheerd van het Nederlandsche leger. (5) Er waren 150 officieren met verlof buiten Nederlandsch-Indië, 8 in Nederland gedetacheerd en 6 op uonactiviteit of a la suite. Den lsteD Januari 1874 werd feitelijk een begin gemaakt met de oprichting van den generalen. staf, bevolen bij koninklijk besluit van 16 Augustus 1873, no. 74, door daarbij in de eerste plaats in te deelen de officierendie deel uitmaakten van het stafbureauver meld in 't vorig verslag. Het plan bestaat om den generalen staf, allengs en naar mate daartoe bijzonder geëigende officieren be schikbaar komenop zijne organieke sterkte te brengenzonder daartoe evenwel de vier wapens te veel van hunne beste officieren te berooven. Deze wijze van handelen is vooral daarom aanbevelens waardig geacht, dewijl verschillende bezwaren in den weg zijn ge treden toen men (volgens 's Konings voormeld besluit) wilde over gaan tot de oprichting eener stafschool in Indië, die naar 't zich nu, na rijp beraadiaat aanzienvermoedelijk niet tot stand zal kunnen komen. Overeenkomstig het denkbeeld van den laatst afgetreden leger-kommandant is thans hier te lande in overleg getreden met het Departement van Oorlog, met het doel om den generalen staf in In dié aan te vullen door officieren van het leger aldaardie, na eene voldoende praktische kennis in de overzeesche bezittingen te hebben opgedaan, zich in Nederland voor den stafdienst bekwaamd hebben. Blijkt dit denkbeeld nader voor verwezenlijking vatbaar te zijndan zal wijziging van meergemeld Koninklijk besluit vereischt worden. Tot de oprichting van het 18de veldbalaillon werd overgegaan, voor zoo ver de politieke toestand op Java en in de buitenbezittingen de intrekking gedoogde van de verschillende posten, welker bezetting deel zou uitmaken van dat bataillon. In verband daarmede werden de gewestelijke staf en het garnizoens-bataillon ter Wester-afdeeling van 32 Evenwel komt het nu en dan voor, dat die «normale formatie", tijdelijk, met het oog op voorbijgaande omstandigheden, wijziging behoeft; de uit dien hoofde tijdelijk gesanctioneerde afwijkingen vau de normale formatie zijn oorzaak, dat deze laatste in den regel verschilt - van de oogeublikkelijk geldende formatiedie hier wordt aange duid als «tegenwoordige formatie". De thans gebezigde benamingen«normale" en «tegenwoordige formatie" zijn juis ter geacht dan de vroeger gebruikelijke uitdrukkingen «organieke" en «feitelijke for- tie".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 39