F. D. CO CHI US. Den Isteu JVJei 1876 overleed te Rijswijk, in den gezegenden ou derdom van ruim 88 jarende gepensioneerde luitenant-generaal Frans, David, Cochius, die meer dan 30 jaren deel van het Neder- landsch-Indische leger uitmaakte en gedurende bijna 13 jaren het bevel over dat leger voerde. Ofschoon de generaal Cochius sinds ruim 28 jaren het active krijgsmansleven had vaarwel gezegd en hij dus slechts bij zeer enkelen van het tegenwoordige leger persoon lijk bekend is geweest, heeft hij te groote verdiensten gehad, om niet in het Militair Tijdschrift te worden herdacht. Den 17deD December 1787 te Valburg in Gelderland geboren, trad hij in October 1804 in dienst als éiève der genie; hij werd in Au gustus 1808 tot luitenant-surnumerair, en in Juli 1809 tot luitenant- ingenieur bevorderd, en ging in December 1810, na de inlijving van ons vaderland bij het Keizerrijk, als le luitenant bij den staf der genie, in Franschen dienst over. In het Fransche leger was de be vordering snel; in Juli 1811 werd Cochius aangesteld tot 2° kapi tein, en in Januari daaraanvolgende tot le kapitein der sapeurs; ter wijl hij in Augustus 1812 weder, als kapitein der 2e klasse, overging bij den staf der genie. Als zoodanig nam hij deel aan de gevechten bij Lützen en aan de Katzbach, aan den driedaagschen slag bij Leipzig waarbij hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 404