439 zoover was gevorderd, kreeg hij het bericht van het gruwelijk af maken onzer bezetting aldaar, en, bijna te gelijkertijd, dat van het afloopen van onzen post te Loeboe Sekaping. Daar stond hij dus nu tusschen twee vuren, aan voor- noch achteruitgaan was meer te denken; aan beide zijden wachtte hem een gewissen dood. Veel keuze bleef hem dus niet over; hij maakte zijne manschappen met hunne positie bekend, allen gaven elkander de plechtige belofte van trouwe hulp en bijstand, en men besloot, de eenige kans van doorkomen te wagen en te beproevendoor de vallei van Simpang de benedenlanden bij Tikoe te bereiken. Nauwelijks echter hadden zij van den pas ingeslagen weg een klein gedeelte afgelegd, of zij werden door de opstandelingen ont dekt en bestookt; met eiken pas als het ware, welken zij vooruit de den, zagen zij het getal hunner vervolgers toenemen, en vermeer derde het aantal kogels dat hun werd toegezonden; reeds enkele hunner waren gevallenmaar, hunne belofte getrouwbleven zij langzaam doch moedig en bedaard voortgaaner werd door hen geen schot gelost, dat ook niet een vijand deed nederstorten. Tegen de groote overmacht was hun steeds kleiner wordend getal evenwel niet bestand. Eindelijk is de luitenant Van Bevervoorden met slechts twee zijner brave soldaten nog over en, in het binnenste van het bosch terugtrekkendehadden zij zich een oogenblik voor het oog des vijands weten te verschuilentoen zij door eene oude vrouw, die daar aan het sprokkelen was, werden ontdekt en verra den. Als door een troep wilde tijgers, werden zij nu door eene hoop vijanden overvallen en hoewel zich tot het laatste oogenolik moedig verdedigende, moest toch eindelijk de voor betoewa (onkwetsbaar) gehouden luitenant Van Bevervoorden zwichten, en werd hij meteen der soldaten met steenen doodgeslagen, terwijl de andere, de laatste man van deze handvol dapperen, zich nog tijdig genoeg uit de voeten wist te maken om alleen naar Mengoppo te kunnen vluchten en van het gebeurde kennis te geven. Door den afval van Bondjol en Rau en van de onderhoorige dis tricten was nu weder op eens alles verlorenwat met zooveel op offering en zooveel bloed was gekocht geworden, en werd meu ge dwongen, de bezettingen der meest vooruitgeschoven posten terug te trekken en door de barissan van den Alibassa Prawiro Derdjo te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 426