meer in het belang des lands, dat het korps genietroepen wordt
uitgebreiden aan dit korps dan ook geheel de voorziening in den
pionnier-arbeid voor het leger te velde wordt opgedragen. Alzoo
wordt dan aan elk wapen de taak opgedragen, waarvoor het 't meest
geschikt is.
En in den regel kunnen beide niet samengaan. Ons leger is klein
en heeft drukken dienst; het klimaat brengt mede, dat een betrek
kelijk groot aantal soldaten steeds in de zieken-inrichtingen wordt
verpleegd; herhaaldelijk worden de soldaten, om welke redenen ook,
overgeplaatst. Ook zonder den oorlog van Atjeh, die dit natuurlijk
nog erger heeft gemaakt, kan men zeggen dat de mutatiëu in het
Indische leger, al worden zij tot de onvermijdelijke beperkt, eindeloos
zijn; altijd komen nieuwe manschappen aan en vertrekken er andere.
Een korpskommandant kan dien ten gevolge hier nooit verklaren, dat
zijn korps slechts goed geoefende soldaten telt.
Wanneer wij hier het beginsel, bij de Algemeene Order no. 74 van
1872 als regel gesteld, bestrijden, zal men ons wellicht wijzen op de
te werk stelling der soldaten bij den bouw van de nieuwe vesting
werken te Antwerpen; daar zijn tot 6000 man tegelijk naar de genie
gedetacheerd geweest en heeft men de resultaten //bevredigend" ge
noemd. Wij merken hieromtrent op, dat tusschen het Belgische en
het Indische leger geene vergelijking mogelijk is. Ons leger, dat
eiken dag geroepen kan worden, en ook veelvuldig geroepen wordt,
om de rust en orde in deze gewesten te handhaven en andere aan
ons </ezag te onderwerpen, moet daarvoor ten allen tijde gereed zijn;
geene nevenbeschouwingen mogen er toe leiden, dat zulks niet vol
komen het geval is. In België deed men de soldaten arbeiden, vormde
inen zelfs een //metselaarsschool", waar honderde soldaten tot goede
metselaars werden gevormd, eenvoudig omdat men, bij den gewenschten
spoed waarmede de nieuwe werken moesten worden gemaakt, vreesde,
door den plotselingen eisch voor een buitengewoon groot getal arbei
ders, de arbeidsloonen over het geheele land te zeer te zien stijgen.
Het waren dus meer politieke of sociale redenen dan de overweging,
dat oefening in den pionnierarbeid noodig is voor de infanterie, die
tot deze te werkstelling leidden.
Overigens bleven de miliciens in België 28 maanden onder de
wapens; als men daarmede verge.lijkt hoelang zij in Nederland onder
de wapenen worden gehoudenkan men nog aannemen dat in België
460