37
schelijk zou zijn eenige depots op te rigten iu de bergstreken van
Java en Sumatra, waar eendeels convalescente militairen een volledig
herstel zouden kunnen vindenanderdeels de boven de formatie aan
wezige Europeanen zich geleidelijk zouden kunnen acclimatiseeren.
Tot zóóver de maatregelen voor de toekomstwat sinds de in
diening van het vorig verslag, zoo in Nederland als in Indië, werd
gedaan ter dadelijke bevordering der aanvulling van het Indisch leger,
wordt hieronder in korte trekken samengevat.
a. Aanvulling van het officierscorps.
Ingevolge machtiging des Konings van 20 October 1874 werd be
paald, dat Nederlandsche artsendie zich als officier van gezondheid
2de klasse bij het Indische leger verbinden, eene gratificatie van
f 6000 zullen genieten.
Bij Koninklijk besluit van 21 October 1874, no. 27, werd de
gratificatie voor officieren, die bij het Indisch leger worden benoemd
of overgeplaatst, verhoogd: voor de kapiteins van f 550 tot 800,
voor de luitenants van 400 tot f 600 de groote behoefte aau ar
tillerie-officieren gaf aanleiding dat bij Koninklijk besluit van 12 Ja
nuari 1875, no. 6, de voormelde gratificatie voor officieren van dat
wapen tijdelijk werd opgevoerd tot f 1500.
Ook ter verkrijging van paardenartsen en militaire apothekers wer
den eensluidende bepalingen gemaakt.
In hoeverre men er in geslaagd is, aan de Indische aanvragen om
officieren te voldoen, blijkt uit den hier volgenden staat, die tevens
de behoeften voor 1876 aanwijst.
WAPENS
E H
DIENSTEN.
Na 1 Tanuarij
1875 moesten,
ter voldoening
aan de Indische
aanvragen, wor
den uitge
zonden:
Voor 1876 zijn
door de Indi
sche Regeering
aangevraagd
Verkre
gen vóór
of op
1 Aug.
1875.
Nog be
voor
1875.
noodigd
voor
1876.
Infanterie
Cavalerie.
Artillerie.
Genie
Administratie
Officieren van gez.
Militaire apoth.
Paardenartsen
71 101
9 1 3
20 1
Onbepaald. Onbepaald.
Minstens 29
46 17
7
2 1
90 (a)
4
4 (c)
(a)
ii
20
3 Ui)
1 (h)
U
5
16
Minsts
26
4
1
82
3
1
rr
ms 18
17
1