465 schappelijken oorsprong, van gelijke beschaving en onderworpen aan den zelfden overwegenden ciimatologischen invloed: groote hoogte boven de zee. In Midden-Afrika kent men tal van voorbeelden van zeer zachtaardige volken, die als 't ware naast volken van een zeer woest en wreed karakter wonen. Misschien verdienen deze laatste verschillen niet het gewicht, dat wij er uit een maatschappelijk oogpunt aan toekennen. Immers, men weet, dat de Mongool ons lichtelijk beurtelings als vredelievend en oorlogszuchtig toeschijnt. Maar hoe het zij, terwijl men aan den eenen kant daaglijks vol houdt, dat het klimaat een groot aandeel heeft in de oorzaken (zoo het niet de eenige oorzaak is) van deze verschillenkan men, aan den anderen kant, juist het tegendeel volhouden. Er is stof voor gedachtenwisseling. Men zoude reeds nu twee reeksen feiten kunnen samenstellen, die tot de twee tegenstrijdige besluiten leiden. Dit gebrek aan overeenstemming doet slechts te beter onze onkunde in deze vraagstukken uitkomen, waaromtrent wij in 't algemeen wanen zoo zeker te zijn. De heer J. A. N. Périer, dien wij zoo even hebben aangehaald, doet zeer juist opmerken, dat men //de leer van den invloed der luchtgesteldheid niet kan doen rijmen met de wisselvalligheden, die de zeden der volken zoo ingrijpend wijzigen en de instellingen ver vormen als de klimaten dezelfde blijven of slechts geringe wisselingen ondergaanen als andere volken hun geluk van land tot land be proeven zonder daarom van zeden te veranderen." Onder deze laatsten kan men de Joden noemen, vooral de Zigeuners, die niet, gelijk de Joden, kunnen wijzen op eene eeuwenoude geschiedenis, eene ge schrevene overlevering, eene beschaving. Deze twee voorbeelden zijn merkwaardig. Wat bewijzen zij evenwel tegenover zooveel andere be kende voorbeelden P Welk verschillend lot hebben niet de Ariërs van Indië en die van Europa gehad? Zijn de Oostersche volken niet geneigd tot zekere onveranderlijke politieke zeden? \_A governo voor onze hervormers. Men herinnere zich ook het onderzoek in Britsch-Indië, waarbij vele inboorlingen tot de overheerschers zeiden: //Gij wilt steeds verande ring, wij willen onveranderlijkheid." Zie o. a. Bagehot, Physics in Politicsook vertaald in het Eransch en het Duitsch. X.] Ver schijnt ons de invloed van het klimaat niet in de volheid van zijn noodlottige macht in het uiterste Noorden, bij de Eskimo's, die nooit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 452