467 Hij herinnert, dat de Peruanen op //bevel en op één bepaalden dag de toekomstige staatsburgers verwekten." Hij ziet ook zelfs zeker verband tusschen de groote hoogte van het Thibetsche tafelland of plateau en de polyandrie of veelmannerij die onder zijne bewoners heerscht. Verscheidene reizigers hebben bij de bevolkingen van de hooge streken (met name Lefebvre bij de Abyssiniërs) //die onder worpene zachtzinnigheid, die droefgeestige lusteloosheid, die licha melijke zwakheid en die zedelijke neerslachtigheid" waargenomen, die ons zoo treffen bij de Peruanen en ons verwonderen, als men de geschiedenis der verovering van hun land door de Spanjaarden leest. Het is hun klimaat, dat hen aan de genade van deze laatsten heeft overgeleverd. Hunne geheele beschaving, hunne maatschappelijke be werktuiging droegen den stempel van dit klimaat; zij waren er de weerkaatsing van. Er is misschien geen feit dat meer bewijst onder al de feiten, die zich aan ons voordoen. Wat verschil, zoowel zedelijk als lichamelijk, tusschen de oude Peruanen en de Roodhuiden En toch zijn beiden aan denzelfden volkstype verbonden. Alleen het klimaat, zal men zeggen, heeft die kloof tusschen hen gegraven Ja, maarkan men tegenwerpenondanks die langdurige wer king van een bijzonder klimaat, dat een onweêrstaanbarennoodlot- tigen en bijna onmiddellijken invloed uitoefent, vindt men juist bij de Peruanen denzelfden volkstype terug als dien van individuen, sinds een even geruim tijdsverloop onder geheel verschillende voor waarden geplaatst. De ethnologische karaktertrekken zijn niet uit- gewischt, het weerstandsvermogen van den individu en van het ras is steeds grooter geweest dan de macht der uitwendige omstandig heden. Mag het klimaat het ras ook al gewijzigd hebbenhet heeft dit niet kunnen vervormen. Niets verbiedt, wel is waar, voor zulke veranderingen een nog veel grooter tijdsruimte te vorderen. Intusschen is dit feit, geschraagd door vele andere voorbeelden, ge lijk dat van de Chineezen, die, sinds lang onder alle klimaten ver spreid, overal hunne kenmerkende hoedanigheden (even oorspronklijk als die der Joden) hebben behouden dit feit, zeggen wij, blijft in zijn geheelonaangetast, onloochenbaar tegenover de daarmede strijdige feiten. Is het met deze onvereenigbaar p Wat ons betreft gelooven wij dit in het geheel niet. Indien feiten, even goed uitgemaakt als dit, en de feiten, die ons bewijzen, dat de rassen een voortbrengsel zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 454