477 Hij geeft toe, dat de Regeering van een onmondig volk zich b. v. ook mag bemoeien met aanleg van kanalen. Er schijnt dus wel wat aan te voeren voor staatsspoorwegen op Java. De bouw van de lijn Soerabaja-Malang is eene proef, die ons, bij vergelijking met de uit komsten der twee bestaande particuliere banen, veel kan leeren. Ik laat nu het woord aan de Revue. //Volgens de Zeitung des Vereins Deutscher Eisenbahn-VerwaUun- geneen weekblad vooral gewijd aan de belangen der Duitsche spoor wegen, bedroeg de ontwikkelde lengte van het net in het geheele Duitsche Rijk op het eind van het vorige jaar 27004 kilometers. Deze 27004 kilometers laten zich verdeelen in drie categoriënB) 11200 kilom., die de eigendom zijn der onderscheidene staten van het Verbond; 2e) 14764 kilom., toebehoorende aan particuliere maatschappijen, waarvan het aantal niet minder dan drie en zestig bedraagt; 3e) 1040 kilom. vormen het net in Elzas-Lotharingen en behooren rechtstreeks aan het Duitsche Rijk- Men ziet, dat het Keizerrijk de armste eigenaar is; Bismarck nu wil het rijker maken. De reden daarvan is zeer eenvoudig. //Ik beu de de Staat" zeide Bodewijk XIV. De heer Bismarck kan met evenveel recht zeggenPruisen is Duitschland. Een gedeelte der door de maatschappijen bezetene lijnen wordt rechtstreeks door den Staat beheerd, deze ouder-kategorie omvat 2904 kilom.; zoo wij dit getal voegen bij dat der lijnen, die sinds den aan vang aan de gouvernementen behooren, bevinden wij, dat er in het geheel 14104 kilom. onder hunne onmiddellijke leidiug staan. Die hooge en machtige eigenaren zijn Pruisen, 4271 kilom. Beieren, 3260 Wurtemberg, 1260 Baden, 1170 Saksen993 Oldenb. en Il.-Darmst. 246 Uit vergelijking van Pruisen's aandeel met dat zijner mede-ver- bondenen volgt, dat deze laatsten alleen 6929 kilom. bezitten tegen slechts 4271 van Pruisen. Deze eenvoudige cijfers stellen ons in staat om de frase van de Allgemeine Norddeutsche Zeitung op hare juiste waarde te schatten: //Zoo men van opofferingen spreekt, kan men zeggen, dat in deze aangelegenheid Pruisen het grootste offer brengt aan het Keizerrijk." Laat' ons nu onderzoeken, welke de wetgeving op de spoorwegen is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 464