479 gens hun onveranderlijk beginsel zijn onze naburen niet in gebreke gebleven, ook hier de Kriegsvorbereitung toe te passen. Een tot in de kleinste bijzonderheden afdalend toezicht wordt te vens voorgeschreven aan de ambtenaren en militaire gezaghebbers; het heeft ten doel, zoo nauwkeurig mooglijk de hulpmiddelen te doen kennen, waarover de maatschappijen beschikken; die, welke zij zul len moeten verschaffen aan het leger in geval van mobielverklaring en die, welke zij zeiven zullen kunnen behouden voor den onmis- baren dienst van de lijnen. De sterkte-staten en inventarissen wor den steeds bijgehouden, hetzij in de bureelen van den Beurlaub- tenstand (reserve en landweer), hetzij bij den geueralen staf, die de spoorwegtroepen onder zijn onmiddellijk gezag heeft, en met name het afzonderlijke regiment van dien naam, sinds 1870 bij achtereen volgende formaties tot stand gekomen. De sterkte-staten vermelden de officieren en manschappendie ge durende hunnen diensttijd tot het spoorweg-regiment hebben behoord, of die, sinds het verlaten van het leger, bij de maatschappijen wor den gebezigd. Bovendien moeten de overgelegde staten de sujetten verdeelen vol gens verschillende kategorieën: personeel voor administratie en expeditie, u de trekking of tractie, baan en de stations werklieden van verschillende ambachten. Het is de taak der maatschappijen, hun persoonlijk hun werk aan te wijzen, volgens hunne verschillende bekwaamheden. Alleen zijn bij art. 20, paragraaf 3, van de verordening, genaamd Control-ordnung (van den 28sten Sept. 1875) van de mobielverkla ring vrijgesteld de beambten en vaste werklieden der spoorwegen, die volstrekt onontbeerlijk zijn voor de geregelde exploitatie der lijnen. Men rangschikt hen onder de laatste klasse van de landweer. Wat het materieel betreft, verplicht de wet op de militaire leve ringen de administraties, steeds voorzien te zijn van alles, wat noo- dig is om de wagens geschikt te maken voor het vervoer van man schap, paarden en wapenen. Twee der commissiën in den Bondsraad, die voor het leger en de vestingen en die voor de spoorwegen, pos terijen en telegrafen, zijn belast met de vaststelling van den voor raad rollend materieel, aan elke maatschappij opgelegd. Ziedaar den hoofdinhoud der wetten en reglementen, die de militaire

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 466