39
24 Juiiij 1874, no. 44, waarbij de gelegenheid tot tweejarige deta-
cheeriug van miliciens bij het Indische leger, tegen eene gratificatie
van f 200, weder werd opengesteld; deze maatregel was vooral ge
baseerd op de oproeping van eenige lichtingen ter bijwoning van de
najaarsoefeningenhet gewenschte resultaat werd evenwel niet bereikt,
daar slechts een gering aantal miliciens zich ter detacheering aan
meldden.
Bij het aangehaald Koninklijk besluit werd tevens het handgeld
voor een zesjarig engagement van 200 op 300 gebracht, en het
aangaan van vierjarige verbintenissen toegelaten, met 200 hand
geld.
Voorts werden, door tussehenkomst van het Departement van Oor
log, in de maand Februari jl. wervers ten platten lande uitgezonden,
doch deze werden spoedig teruggeroepen, daar hunne zending weinig
of geen nut opleverde, wat evenzeer het geval was toen de maatre
gel in de maand Juni werd herhaald.
Ten einde spoediger te kunnen voldoen aan de uit Indië ontvan
gen aanvragen om kader, werd, in overleg met het Bestuur aldaar,
bepaalddat de korporaals der infanteriedie bij het instructiebatail-
lon te Kampen tot onderofficier voor de koloniale landmacht worden
opgeleid, hunne overzeesche bestemming zullen volgen, zoodra zij
tot onderofficier zijn bevorderd. Volgens de vroeger bestaande be
palingen moesten die militairen eerst een jaar als sergeant bij het
Nederlandsche leger dienst doen.
Inmiddels werd niet uit het oog verlorendat ook reëngageering
in Indië aanmoediging behoeft, en dewijl voor een zes- en vierjarig
reëngagement slechts was uitgeloofd 160 en 100, werd hetnoo-
dig ook deze premiën te verhoogen, wilde men voorkomen dat de
militair, wiens diensttijd verstreek, zich naar Nederland begaf, met
het plan om zich daarna gepasporteerd te zijnop nieuw voor den
dienst te verbinden. Die overweging leidde er toe, de premiën voor
een zes- en vierjarig reëngagement gelijktijdig te verhoogen tot 340
en 240, welke bedragen, toen zij bleken niet voldoende te zijn ter
bereiking van het beoogde doel, in April 1875 werden opgevoerd tot
f 600 en f 340; terwijl voorts werd bepaald, dat ook reëngage-
menten voor 2 jaren mogen worden aangegaan, waarbij den belang
hebbende eene premie van f 200 wordt uitgereikt. Ook de éénjarige
reëngagementenmet f 25 premie, zijn tijdelijk nog bestendigd ge
bleven.