488 dat zij in liet vraagstuk van het Tolverbond zich even kortzichtig hebben getoond als nu." Eindelijk spreekt de Norddeutsche Allyemeine Zeitung nog stelliger //Het denkbeeld van het afstaan van de spoorwegen had nog geen enkelen praktischen vorm aangenomentoen het zich reeds kon ge- lukwenschen met de ontmoeting van tegenstanders, wier bestrijding juist een bewijs is voor zijne deugdelijkheid." //Telkens als het Duitsche keizerrijk zich zal begeven op een weg, waarop het ultramontanisme en het particularisme vereenigd hinderpa len zullen opwerpen, kan het verzekerd zijn, dat die weg de goede is. Het schijnt, dat de lessen van de geschiedenis voor deze partijen alle waarde verloren hebbenzoo niet, dan zou de geschiedenis van bet Tol verbond haar duidelijk hebben kunnen leeren, dat al de in Duitschland tot stand gebrachte hervormingen, vooral die, welke den stempel van Berlijn dragen, verplicht zijn geweest tal van hinderpalen omver te wer pen en dat zij ze tot heden zegevierend hebben weten te boven te ko men, zoo zij slechts, in overeenstemming met de nationale denkbeelden en belangen, met geestkracht en vastberadenheid werden volgehouden." Het onlangs plaats gehad hebbende ontslag van den heer Delbrück, den bestuurder van de Bondskanselarijverdacht van geen beslist voorstander te zijn van eene waaglustige operatie, het pensioen van den heer Eriesen, schuldig aan een te krachtigen tegenstand in Sak sen, de stemming van den Pruisischen landsdag, vóór eenige dagen door den heer Von Bismarck verkregen, getuigen, gelijk alle voor afgaande omstandigheden, dat de groot-kanselier rechtaf op zijn doel zal gaan, zonder zich te laten weerhouden door de klachten der sta ten deze kiezen den oogenblik wat laat, om zich nu opwellingen van onafhankelijkheid te veroorloven. Men mag echter onderstellen, dat het den heer Yon Bistnarck gemakkelijker zal vallen en minder tijd zal kosten, de medeverbondenen van Pruisen onder krijgstucht te brengen, dan voor rekening van het keizerrijk, eene economische en finantiëele operatie van eenige milliarden tot een goed einde te brengen; het is echter zeker, dat binnen de eerste jaren die operatie toereikende zal zijn, om de alles verslindende werkzaamheid van den kanselier in beslag te nemen, en dit is misschien een geluk voor den vrede der wereld." Tot zoover de Revue politique; wij doen hier ten slotte nog een uittreksel over hetzelfde onderwerp volgen uit de Revue des deus mondes van den Hten April 1876.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 475