EEN EN ANDEE OVER DE ZUID-OOSTELIJKE EÜROÏEESCHE STATEN. De Oostersche quaestie is weder aan de orde. Het zal daarom aan de lezers van het Militair Tijdschrift niet onwelkom zijn, iets te vernemen omtrent de strijdkrachten van enkele der zuid-oostelijke Europeesche staten. Beginnen wij met Turkije. De hier volgende bijzonderheden zijn ontleend aan een Bransch weekblad, dat geput heeft uit Russische en Oostenrijksche bescheiden. A. Me strijdkrachten van Turkije. Sinds vijftig jaren beproeft de Porte, met een volharding, die ten minste pleit voor hare staatkundige voorzichtigheid, hare strijdkrach ten te organiseeren volgens de meest in den smaak vallende Euro peesche modes; zij kiest achtereenvolgens de militaire mogendheden van den dag, de volken, die haar toeschijnen meesters in de oorlogs kunst te zijntot modellen. Langen tijd heeft Erankrijk de eer gehadeen eer, overigens wettig veroverd door den Krim-oorlog den toon te geven aan het //jonge Turkije Maar toen de Portuin gekeerd is, na Sadowa, en vooral sinds de gebeurtenissen van 1870, is het de Pruisische armee, die tot type strekt voor den hervormingsijver van den Sultan. Wat zijn de verkregen uitkomsten? De opstand van Herzegowin, die zich staande houdt en zich uitbreidt, ondanks alle inspanningen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 478