493 de Porte, is, ongelukkig genoeg voor deze, het meest afdoende aller getuigenissen. Om te begrijpen, hoe de Regeering van Konstantino- pel in bedwang gehouden wordt door bevolkingen, die sinds eeuwen als in slavernij gezucht hebben, stelselmatig van het beroep der wa penen werden uitgeslotenbeschouwd werden als lagere rassenmoe ten wij den staat van het Ottomanische leger eenigszins in bijzonder heden bestudeeren. Daar toch ligt de hoofdknoop van het vraagstuk- I. In 1826, een zeer bekend jaar in de Turksche geschiedrollen schafte de verschrikkelijke Mahmoed, niet met een pennestreek, maar met sabelhouwen, het oude leger, vertegenwoordigd door de Janissa- ren, af; deze hervorming, zoo radicaal als er ooit een was, stelde hem in staat, zonder verzet troepen op zijn Europeesch te organi- seeren. Buitenlandsche officieren werden in grooten (getale geroepen om als instructeurs te dienen. Onder hen merkt men een beroemd ge worden naam op, dien van den veldmaarschalk Moltke. De Brieven over het Oosten van den jongen officier zijn onlangs op nieuw uit gegeven geworden. Hij is niet malsch voor de Turkenhij beoordeelt hun zonden met strengheidhij vermeldt de onwetendheid en traagheid der chefs, om niet te spreken van hunne kwade praktijken in het geldelijk be heer. Het is duidelijk, dat de heer Von Moltke, een bij uitnemend heid stipte en wiskundige natuur, niet de geringste sympathie kon gevoelen voor het karakter zijner tijdelijke gastheeren. In het algemeen is het Muzulmansche fatalisme, dat zich uit in een eeuwig: //Gods wil geschiede!" zoo veel mooglijk in strijd met den nieuweren krijgsgeest, gemaakt uit werkzaamheid en vooruitziend heid, en zich latende samenvatten in het voorschrift: //Help u zei ven; de Hemel zal u helpen." Buiten tegenspraak zijn de Turkenin dit opzicht gelijk in zoo veel andereniet meer wat zij vroeger warenofschoon de moorden te Salonika op smartelijke wijze het voortleven van de dweepzucht onder het volk bewijzen, telt toch de Koran vele zeer lauwe geloo- vers, zoo niet ongeloovigen. De heer Charles Yriarte, die een Turk sche legerplaats in Herzegowina bezocht heeft (Zie de Revue des deux mondesBe Tour du Monde en Be Aarde en haar Volken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 479