40
Te gelijkertijd werd het noodige verricht om ook het inlandsche
element in het leger te versterken; hiertoe diende onder anderen de
mobilisatie van een deel der Madureesche barissans, terwijl verder door
den Gouverneur-Generaal bepaald werd
bij besluit van 7 Januari 1875, dat iulandsche militairen bij
het aangaan eeuer zesjarige verbintenis f 80 handgeld zullen genie
ten, en, bij reëngageeringvoor 6 jaren 90, voor 4 jaren f 45,
voor 2 jaren f 20; het éénjarig reëngagement bleef behouden te
gen 8 premie;
bij besluit van 13 April 1875, dat Amboineezen en Menadoneezen
bij 't aangaan eeuer vier- of zesjarige verbintenis zullen ontvangen
120 en f 200 (f), en bij reëngagement voor twee, vier of zes
jaren f 50, 150 en 240 (in plaats van f 40, f 80 en ƒ120);
tevens werden de aan de hoofden uit te keeren premiën verdubbeld.
Een maatregel eindelijk, waarvan eene blijvend gunstige werking
op de iulandsche werving mag worden verwacht, is gelegen in de
onlangs (Mei 1875) op voorstel der Indische Eegeeriug verleende
machtiging, om aanspraak op pensioen of onderstand voor weduwen
en weezen ook toe te kennen aan Amboineesche en inlandsche mili
tairen beneden den rang van officier, op gelijken voet als voor hunne
Europeesche en Afrikaansche ranggenooten is bepaald, met dien ver
stande, dat wanneer door de iulandsche militairen (Mohammedanen)
meer dan ééne vrouw wordt nagelaten, het pensioen of de onder
stand wordt uitbetaald aan de oudste of eerste der vrouwen met
welke zij wettig gehuwd waren volgens de Mohammedaansche instel
lingen (of aan de uit zoodauigen echt gesproten kinderen). Vermits
van de eigenlijke inlandsche militairen slechts weinigen volgens de
Mohammedaansche instellingen wettig gehuwd zijn, zal de maatregel
die van terugwerkende kracht zal worden verklaard voor hen die
sedert den aanvang der eerste expeditie tegen Atjeh aan expeditiën
in Nederlandsch-Indië hebben deel genomen vooral ten goede ko
men aau de Amboineezen en Menadoneezen, die meest allen den Chris-
telijken godsdienst belijdende, in den regel wel wettig getrouwd zijn.
Dezelfde bepalingen gelden voor de pradjoerits en voor hen die zijn
ingedeeld bij de mobiele schutterijen, barissans of legioenen.
Vroeger 60, 30 en 12.
(t) Vroeger bestond alleen gelegenheid tot het aangaan van zesjarige verbintenis
sen tegen 100 handgeld.